Bulletin KNOB
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob
<p>Het Bulletin KNOB is een wetenschappelijk tijdschrift op het terrein van het ruimtelijk erfgoed dat vier keer per jaar verschijnt en in binnen- en buitenland als belangrijke kennisbron wordt erkend.</p>Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB)nl-NLBulletin KNOB0166-0470‘Het is absoluut overbodig, zelfs nadelig, om de gevels te verfraaien’
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/830
<p>Following World War I, Belgium faced a severe housing crisis, necessitating a comprehensive reform of social housing policy. Established in 1919, the National Society for Cheap Housing (Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken, nmgww) aimed not only to repair material damage but also to address new social and societal demands. However, financial resources were limited, while there was also a severe shortage of (traditional) building materials and skilled labour. Progressive architects attempted to create a new, socially engaged architecture with a modernist vocabulary through the nmgww. They also advocated for the application of alternative building methods that had the added advantage of being financially favourable. The lack of expertise and experience with these alternative methods prompted the nmgww to set up an experimental project at Het Rad in Anderlecht in 1920. It entailed the construction of some sixty houses, employing eighteen different building systems. While most of these systems used concrete blocks, three utilized a prefabricated skeleton, and two opted for cast-in-situ concrete using monolithic casting systems. Nearly all utilized ‘lean concrete’, a type of concrete with a low cement content. Furthermore, in most cases part of the aggregate was replaced with industrial waste products to reduce costs and improve thermal properties. The intention was to perform an extensive evaluation and objective comparison of the different building systems. Yet even before the experiments had been concluded, the nmgww started to actively promote the German casting system Non Plus. For example, it invited local housing associations to participate in a study trip to Merseburg near Berlin to familiarize themselves with the system. Successfully, as it turns out as the system was subsequently used in the garden suburbs of Klein Rusland in Zelzate (1920-1923) and La Cité Moderne in Sint-Agatha-Berchem (1922-1925). The two districts were designed respectively by the architects Huib Hoste and Victor Bourgeois in a modernist idiom.</p> <p>The literature often refers to the economic benefits of the Non Plus system and to the impact of construction techniques on the aesthetics of these garden suburbs. However, in-depth research shows that the relationship between economic, technical and aesthetic aspects is not so straightforward: concrete was not necessarily cheaper than brick, while the plaster exterior often concealed a variety of systems. Moreover, both garden suburbs were initially designed in brick, indicating that there is no causal link between the material and the design language. It was not long, however, before the alternative building systems in lean concrete, particularly the monolithic casting systems, were abandoned. After 1926, as a result of political power shifts, the focus switched to small-scale projects and alternative building systems lost their scale-based economic advantage. Yet the experiment with alternative building practices, however brief, was an important phase in Belgian architectural and construction history. Projects like Het Rad and the modernist garden suburbs in cast-in-situ concrete show the interrelationship between societal, social, political, cultural and economic ambitions on the one hand, and the evolution of building culture on the other.</p>Stephanie Van de VoordeRobby Fivez
Copyright (c) 2024 Stephanie Van de Voorde, Robby Fivez
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-2412910.48003/knob.123.2024.3.830Een grote kerk in een dorp dat mislukte als stad
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/831
<p>De Oude Jeroenskerk in het Zuid-Hollandse kustdorp Noordwijk is de grootste en een van de gaafst bewaard gebleven laatmiddeleeuwse Hollandse dorpskerken. In vergelijking met het dorp waarin ze staat en de dorpskerken in de omgeving is de Oude Jeroenskerk zeer evenwichtig van opzet, maar vooral opvallend groot. Dit fenomeen, een grote kerk in een kleine plaats, is interessant maar nooit onderwerp geweest van een specifiek onderzoek.</p> <p>De nederzetting Nordcha ontwikkelde zich na de wonderbaarlijke vondst van de beenderen van Jeroen rond 976, de missionaris die in 856 door de Noormannen werd vermoord, tot een bedevaartsoord met stadse trekken. Toen omstreeks 1316 ook de schedel van Jeroen werd ‘gevonden’ nam de groei van het dorp een vlucht, en de kerk groeide mee. Op 1 april 1398 kreeg het dorp stadsrechten, maar op 12 maart 1399 werden de handvesten weer ingeleverd. De aanvragers waren er niet toe gerechtigd, en men had zich klaarblijkelijk ook verkeken op de kosten die de status van stad met zich meebracht. Wat bleef was de in aanbouw zijnde grote kerk, die rond 1500 werd voltooid.</p> <p>Voor de bouw en verschijningsvorm van de Oude Jeroenskerk lijken de grafelijkheid en de lokale adel bepalend te zijn geweest. Beginnend met graaf Dirk II, die in 976 toestemming gaf een kerk te stichten. De bouwheren van de bakstenen kerk zijn niet bekend. Het is denkbaar dat de eerste aanzet, een toren (1260), werd gegeven door ambachtsheer Albrecht van Velsen. Hij was in dezelfde periode betrokken bij de stichting van het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst in het nabijgelegen Noordwijkerhout. De fase waarin de kerk haar driebeukige, pseudo-basilicale opzet kreeg, werd mogelijk geïnitieerd door graaf Albrecht van Beieren (1336-1404). Hij was degene die gehoor gaf aan de wens van ambitieuze dorpelingen om hun dorp op te waarderen naar een stad. Reden voor de aanname zijn de opvallende overeenkomsten in plattegrond en opstand met de Sint Jacobskerk in ’s-Gravenhage vóór de ingrijpende verbouwingen tussen 1434-1492. Van het kruiswerk (1389) aldaar wordt verondersteld dat graaf Albrecht de bouwheer was. In Albrechts regeerperiode werd het huidige koor van de Oude Jeroenskerk opgetrokken (1389-1405), gevolgd door het transept en het driebeukige schip (1415/1425-1444/1500).</p> <p>De Sint Jacobskerk werd de hoofdkerk in het bestuurlijk hart van de grafelijkheid. De Oude Jeroenskerk bleef tot aan de Reformatie een belangrijke pelgrimskerk. Een kerk van formaat, die de stedelijke aspiraties weerspiegelde en nog altijd oogt als een stedelijke parochiekerk. Qua materiaalgebruik en detaillering bleef het kerkgebouw eenvoudig, sober en daarmee vergelijkbaar met zowel de dorpskerken in de regio als de Sint Jacobskerk te ’s-Gravenhage tot 1434.</p> <p>Noordwijk had het in zich om op te stomen tot een kleine stad. Het had een status als bedevaartsoord, was een religieus centrum en had relatief veel inwoners, waaronder mensen van adel. Een grote kerk die ruimte kon bieden aan pelgrims en inwoners paste bij de ambitie die enkelen kort verwezenlijkt zagen. De stadswording mislukte, maar wat bleef was de Oude Jeroenskerk: een gotische, pseudo-basilicale kruiskerk met een toren op een vierkante grondslag, driezijdig opgenomen in het driebeukige schip.</p>Michel van Dam
Copyright (c) 2024 Michel van Dam
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-24304610.48003/knob.123.2024.3.831De houten eeuw van Amsterdam
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/833
<p>Bespreking van een boek van Gabri van Tussenbroek</p>René de Kam
Copyright (c) 2024 René de Kam
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-24474810.48003/knob.123.2024.3.833Historische Atlas van Nederland
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/834
<p>Bespreking van een boek van Reinout Rutte met medewerking van Everhard Korthals Altes, Yvonne van Mil en Pieter van der Weele</p>Tim Soens
Copyright (c) 2024 Tim Soens
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-24495010.48003/knob.123.2024.3.834Nederland op zijn mooist
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/835
<p>Bespreking van een boek van Everhard Korthals Altes en Bram Vannieuwenhuyze</p>Reinout Klaarenbeek
Copyright (c) 2024 Reinout Klaarenbeek
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-24515310.48003/knob.123.2024.3.835Boeren op de buitenplaats
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/article/view/837
<p>Bespreking van een boek van Gerrit van Oosterom</p> <p> </p>Christian Bertram
Copyright (c) 2024 Christian Bertram
https://creativecommons.org/licenses/by/4.0
2024-09-242024-09-24535510.48003/knob.123.2024.3.837