Tijdelijk Beschikbaar

Het oeuvre van hergebruik-architect Marcel Raymaekers als neerslag van afbraak- en afdankpraktijken in naoorlogs België

Auteurs

  • Arne Vande Capelle
  • Lionel Devlieger

DOI:

https://doi.org/10.48003/knob.124.2025.4.876

##submission.downloads##

Samenvatting

In order to gain insight into the specifics of circular architecture as a necessary alternative to contemporary extractive building practices, this article examines the work of Marcel Raymaekers. Between 1962 and 2014, the Belgian architect and trader developed a practice in the reuse of building materials. In the post-war context, in which the construction sector began to rely increasingly on cheap, standardised, industrially produced materials, Raymaekers made a radical choice for alternative elements. His aversion to mass-produced elements stemmed from aesthetic preferences. A preference for sensory experiences as a guideline for living, and a great affinity with Assemblage Art, in which a design process starts from existing materials. His way of working was thus characterised by a totally different notion of 'availability' than is common today.


Raymaekers started out as a hunter-gatherer, criss- crossing the country in search of material graveyards and demolition sites. For the first ten years, he worked extensively with materials from industrial waste streams, such as mesh stones (a residual product of sand and gravel extraction) and ship steel (recovered from obsolete ships for the steel processing industry). The immense demolition frenzy of 'Les Trente Glorieuses' also ensured the availability of materials such as bricks and roof tiles, which were recovered and processed in bulk. In addition, many high-quality, unique building components were released, which were finely crafted and ornamented and for which there was no longer any new equivalent on the materials market.


In 1972, he founded Queen of the South (QotS), his materials stock and headquarters in Genk. From then on, Raymaekers became a permanent trader-designer. His established network of demolition contractors and wholesalers was crucial in this regard. During his career, he developed close partnerships with players such as reuse wholesaler Spinois and demolition contractors Scheerlinck, Leunen and Vander Elst, each active in their own geographical area and building niche. Raymaekers' architecture became increasingly baroque, but also more homogeneous due to his focus on architectural antiques. QotS was set up as a veritable machine for convincing people of the power of these elements.


From the 1980s onwards, the supply of building antiques declined due to the mechanisation of the demolition sector, rising labour costs and the increasing clout of heritage protection. His supply chains came to a standstill. Raymaekers began importing more materials from abroad. His practice became increasingly exclusive, targeting wealthy clients, although he also continued to build for middle-class clients through self-build and long-term construction projects. Eventually, Raymaekers had to go as far as India to find building materials. After 2000, the influx of materials became too expensive and too difficult, and clients began to stay away. In 2014, QotS went bankrupt.


Raymaekers' work shows how circular architecture depends on locally anchored supply networks, which are difficult to scale up due to the nature of the urban mine, where a wide variety of materials are released unpredictably, scattered and in small quantities. His practice was also strongly linked to a specific phase in the urbanisation and modernisation process: the period of unbridled demolition of pre-war buildings. Raymaekers' identity as a designer-trader was so intertwined with this period that his business inevitably ceased to exist with the demise of the ideology of progress that had given rise to it. This case study shows that the sustainable matching of supply and demand in second-hand materials will always have to be dynamic.

Biografieën auteurs

Arne Vande Capelle

Ir. Arch. A. Vande Capelle verricht promotieonderzoek aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Universiteit Gent. Hij onderzoekt de prak-tijk en sector van naoorlogs bouwmaterialenhergebruik in België. Hierbij bouwt hij voort op zijn eerdere ervaringen als projectleider bij Rotor vzw en coördinator van opalis.eu, het online adressenboek van hergebruikhan delaars. arne.vandecapelle@ugent.be

Lionel Devlieger

Prof. Dr. Ir. Arch. L. Devlieger is universitair hoofddocent materiaalcultuur-geschiedenis aan de vakgroep Architectuur en Stedenbouw van de Uni versiteit Gent. In zijn onderwijs en onderzoek richt hij zich op de materiële en socio-economische implicaties van de hedendaagse bouwcultuur. In 2006 was hij medeoprichter van Rotor vzw.
lionel.devlieger@ugent.be

Referenties

K. Somer en R. Stenvert (red.), Bouwmaterialen 1940–1990. Vernieuwing, constructie, toepassing, Rotterdam 2024.

K. Moe, Unless. The Seagram Building Construction Ecology, New York 2020; J. Hutton, Reciprocal Landscapes. Stories in Material Movement, New York 2020.

M. Ghyoot e.a., Déconstruction et réemploi. Comment faire circuler les éléments de construction, Lausanne 2018.

A. Vande Capelle en M. Garcia Cortes, ‘Urban Mine Inc.’, in: F. Heisel en D. Hebel (red.), Urban Mining und kreislaufgerechtes Bauen. Die Stadt als Rohstofflager, Stuttgart 2021, 79-89.

Naoorlogse hergebruikarchitecten zijn wel grotendeels onderbelicht in de Belgische architectuurhistoriografie. Enkele cases, zoals Frank Delaere, kwamen naar boven tijdens Rotors Opalis-project, waarbij het hedendaagse netwerk van hergebruikhandelaars in kaart gebracht werd (zie opalis.eu). Een ander voorbeeld is Raymond Rombouts, over wie een publicatie bestaat: W. Pauwels, Hommage Raymond Rombouts, Lausanne 2003; en recent een studententhesis geschreven werd: F. De Meester, ‘De Belgische naoorlogse hergebruiksector. De samenwerking Rik Storms – Raymond Rombouts’, Gent 2025.

Het onderzoeks- en publicatieproject kwam tot stand met de steun van een projectsubsidie van het Departement Cultuur, Jeugd & Media van de Vlaamse overheid, en het Bijzonder Onderzoeksfonds van de Universiteit Gent, Starting Grant van Lionel Devlieger als universitair hoofddocent. Twee studententhesissen zijn instrumenteel geweest bij de opstart ervan: P. Matthijnssens, ‘Mijn Bunker, mijn burcht, mijn bordeel. Onderzoek naar een genuanceerde lezing van de praktijk van Marcel Raymaekers’, Gent 2021; en R. Van der Mynsbrugge, ‘Een catalogus van fragmenten. Het gebruik van historische bouwrelicten in het architecturale oeuvre van Marcel Raymaekers’, Gent 2023.

De krantenartikelen verschenen in de populaire pers tussen 1973 en 2006. Het verzamelde archiefmateriaal aan foto’s, plannen en artikels is gescand en gearchiveerd door het Vlaams Architectuurinstituut en kan worden geraadpleegd op aanvraag.

A. Vande Capelle e.a., Ad hoc barok. Marcel Raymaekers hergebruikarchitectuur in naoorlogs België, Brussel 2023.

Interview met M. Raymaekers door A. Vande Capelle en S. Colon, Genk, 17 maart 2022.

Raymaekers zal zijn afkeur van tekentafels en de bijbehorende ontwerpmethodiek meermaals scherp uitspreken tegen journalisten. Zo laat hij optekenen: ‘Voor mij is een tekentafel een foltertuig.’ In: ‘Ik ben kleuter gebleven, spelend met mijn blokkendoos’, Week/uit: wekelijkse bijlage van dagblad Cobouw, 24 april 1981.

Zie bijvoorbeeld: ‘Maar eenzijdige geometrische vormentaal leidt tot dode architectuur, tot onmenselijkheid. Kenmerkend voor de naoorlogse periode is de constante zorg voor functionaliteit en mechanisatie. Dit heeft onvermijdelijk geleid tot de “verarming” van de architectuur. Het gebruik van oude materialen en fragmenten (ja, zelfs neostijlen) compenseert dit nadeel mijns inziens. Daarom werk ik, ja, ik leef ermee.’ ‘Wohnen wie Ludwig XIV’, Top of the tops, s.a. (vertaling auteurs).

Betreffende de wisselwerking tussen esthetiek en industriële productie in de Belgische naoorlogse bouwwereld, E. De Vos, Hoe zouden we graag wonen? Woonvertogen in Vlaanderen tijdens de jaren zestig en zeventig, Leuven 2012.

Vader Louis De Smedt richtte het bedrijf al op in 1925, maar het is pas onder Jef De Smedt dat er schepen van betekenis werden ontmanteld. C. Vander Straeten, ‘Foto van de Maand: September 2017 (Scheepssloperij De Smedt)’, www.heemkundezb.be/index.php/publicaties/37-portretjes/193-foto-van-de-maand-september-2017-scheepssloperij-de-smedt (geraadpleegd 11 juni 2025).

‘Lockheed T-33 T-Bird’: aviationsmilitaires.net/v3/kb/aircraft/show/1307/lockheed-t-33-t-bird (geraadpleegd 11 juni 2025).

S. Van de Voorde, Bouwen in beton in België (1890-1975). Samenspel van kennis, experiment en innovatie, Gent 2011.

‘Memorandum inzake de algemene doelstellingen van de ijzer- en staalindustrie van de gemeenschap voor de jaren 1975 tot en met 1980’, Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 14 (1971) C 96; R. Vandeputte, Economische geschiedenis van België 1944-1984, Tielt 1985.

Interview met M. Raymaekers door A. Vande Capelle en S. Colon, Genk, 22 september 2022.

Vandeputte 1985 (noot 16).

M. De Keyzer, T. Soens en C. Verbruggen (red.), Mens en natuur. Een geschiedenis, Gent 2024; Vandeputte 1985 (noot 16).

Huisarts Kelchtermans verzamelde bijvoorbeeld zijn dakpannen bij patiënten van wie de boerderijen werden afgebroken voor verkaveling of modernisering. Interview met M. Kelchtermans door A. Vande Capelle en S. Colon, Heusden, 29 maart 2022.

Interview met H. Nijsen door A. Vande Capelle en S. Colon, Houthalen-Helchteren, 26 april 2022.

Interview met M. Raymaekers door A. Vande Capelle en S. Colon, Genk, 18 mei 2022.

Raymaekers vond de balken nadat ze meer dan tien jaar opgeslagen hadden gelegen bij de afbraakaannemer en gebruikte ze voor de draagconstructie van de Queen of the South. Van der Mynsbrugge 2023 (noot 6), 27.

De periode van ongeëvenaard snelle economische groei die begint in 1946 en eindigt met de oliecrisis. J. Fourastié, Les trente glorieuses: ou la révolution invisible de 1946 à 1975, Parijs 1979.

S. Kristof en E. Buyst, Het gestolde land. Een economische geschiedenis van België, Kalmthout 2016.

A. Nijkerk, ‘Shipbreaking thrives again in Belgium’, Recycling International 3 (2007) 7, 36-37.

Vander Straeten 2017 (noot 13).

Van der Mynsbrugge 2023 (noot 6), 206.

Raymaekers 2022 (noot 22)

Raymaekers 2022 (noot 22).

Architectuurhistorici hebben gewezen op de onuitwisbare en ongelukkige stempel die Jean Lejeune, historicus, universiteitsprofessor, schepen van openbare werken en onversaagd modernist, drukte op het Luikse stadsweefsel. De uitzonderlijke lengte van zijn mandaat als schepen (1959-1976) verklaart deels het langer dan elders nazinderen van de afbraakmentaliteit in Luik. L. Gardier, La rénovation urbaine à Liège sous l’échevinat de Jean Lejeune 1959-1976. Le cas du quartier Hors-Château – Féronstrée, Luik 2018.

Raymaekers 2022 (noot 22).

Raymaekers 2022 (noot 22). Interview met J. Vanhaelemeesch door A. Vande Capelle, Oostkamp, 14 maart 2025; interview met F. Delaere door A. Vande Capelle, Kuurne, 11 mei 2025.

Delaere 2025 (noot 33).

Vande Capelle e.a. 2023 (noot 8), hoofdstuk 4. De observatie steunt volledig op de informatie verkregen door oral history. De trend naar specialisering en professionalisering wordt beschreven in: J. Dobbels, Building a profession. A history of general contractors in Belgium (1870-1970), Brussel 2022.

R. Wielaard, ‘Architect Recycles Castle Treasures’, The Arizona Republic, 1980.

F. André, ‘Châteaux à vendre’, Le Monde, 11 augustus 1979.

André 1979 (noot 37).

Raymaekers 2022 (noot 22).

‘Kastelen voor morgen’, Terloops, BRT, 12 juli 1980.

Vandeputte 1985 (noot 16).

Over de geschiedenis van de mechanisering van de afbraaksector in Amerikaanse context, maar extrapoleerbaar naar Europa, F. Ammon, Bulldozer. Demolition and Clearance of the Postwar Landscape, New Haven/Londen 2016.

H. Stynen, ‘Paradise Lost? De verloren eer van de monumentenzorg in België’, in: E. Buyst, De beschikbare ruimte. Reflecties over bouwen, Tielt 1990, 95-112.

‘Bouwmeesterswoning Joseph Bascourt tegen de vlakte’, Gazet van Antwerpen, 27 mei 1986.

Omtrent Bascourt, zie ‘Bouwmeesterswoning Joseph Bascourt tegen de vlakte’ 1986 (noot 44). Omtrent Helleputte, zie de brief: ‘Demande d’autorisation concernant les mesures conservatories de protection des orgues de l’Eglise Saint-François de Sales à Liège suite aux domages causés par le séisme du 8 novembre 1983’ van R. Guiaux en J. Debatty, 25 oktober 1985. Archieven Commission royale des Monuments, Sites et Fouilles (CRMSF).

T. Kay, ‘An Interview without Marcel Raymaekers’, Salvo News, 4 maart 1993.

Vande Capelle e.a. 2023 (noot 8). In het boek observeren we hoe Raymaekers zich specifiek richt op de families die hun klim op de sociale ladder te danken hadden aan de uitbouw van naoorlogse welvaartsstaat. Zijn aanpak resoneert het meest bij families met ‘nieuw geld’, op zoek naar een onuitgegeven architectuurstijl om hun nieuwe status in de verf te zetten.

Interview met E. Raymaekers door A. Vande Capelle en S. Colon, Genk, 17 januari 2023.

Interview met F. Lemmens door A. Vande Capelle en S. Colon, Brussel, 10 december 2022.

Naar anologie met het begrip ‘industrieel ecosysteem’. T. Burström e.a., ‘Industrial Ecosystems. A Systematic Review, Framework and Research Agenda’, Technological Forecasting and Social Change 208 (2024), artikel 123656.

Gepubliceerd

2025-12-16

Citeerhulp

Arne Vande Capelle, & Lionel Devlieger. (2025). Tijdelijk Beschikbaar: Het oeuvre van hergebruik-architect Marcel Raymaekers als neerslag van afbraak- en afdankpraktijken in naoorlogs België. Bulletin KNOB, 124(4), 41–57. https://doi.org/10.48003/knob.124.2025.4.876

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##

ویزای استارتاپ luxury gifts