Gehavende steden. De krimp van middeleeuwse havensteden in Zeeland van de zestiende tot en met de negentiende eeuw

Auteurs

  • Jan-Willem de Winter

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.115.2016.4.1968

##submission.downloads##

Samenvatting

The south-western delta region of the present-day Netherlands, the area where the rivers Maas, Schelde and Waal flow into the North Sea, experienced a period of great economic prosperity from the thirteenth to the fifteenth century. The trans-shipment of international merchandise to and from the towns and cities of the interior generated considerable wealth, which was concentrated in the strategically located seaports. However, in the sixteenth century, prolonged hostilities and the repeated silting-up of the harbours resulted in a major economic downturn. Trade and prosperity steadily migrated to more northerly seaports, such as Amsterdam, while large numbers of the inhabitants of the Zeeland harbour towns also decamped to other seaports. This population decline had many consequences for the physical form of the Zeeland seaports.

Though a lot of research has been carried out into the morphological development (the emergence of the physical form of the town plan) of Dutch cities, research into the morphological consequences of decline is still quite limited. This study focuses on the effects of the decline on the physical form of medieval seaports in Zeeland from the sixteenth to nineteenth century, and questions whether it is possible to discern a structure in this morphological degradation.

As the cities shrank, due to large-scale dilapidation and demolition of houses, gaps opened up in the town plan. This concerns the basic element of the study: by digitally superimposing successive town plans drawn from case studies it was possible to see where, during the three-century period, houses disappeared, leaving gaps in the morphology of the city. Once the gaps had been recorded, a clearly discernible pattern emerged of where and in what period the most gaps appeared. To further explicate this kind of urban decline, a study was made of the characteristics of these urban areas: their age, their position in relation to the trading port, their function and their location vis-à-vis the urban periphery. The resulting characterization is quite revealing about the structure of the decline.

Four case studies were compared for this study: Zierikzee, Middelburg, Veere and Brouwershaven. These four towns were prosperous international seaports during the Middle Ages, but in the centuries that followed they all contracted to varying degrees. In addition to the similarities in the pattern of decline, there were also interesting differences due to the disparate nature of new economic pillars. This study is intended to stimulate more form-focused research into the decline of cities.

Referenties

A. Dyer, Decline and Growth in English Towns, 1400-1640, Basingstoke 1991, 61.

Dyer 1991 (noot 1), 61.

Dyer 1991 (noot 1), 60.

T. McIntosh, Urban Decline in Early Modern Germany. Schwäbisch Hall and Its Region, 1650-1750, Chapel Hill 1997, 6.

T.R. Slater en J.P.P. Higgins, ‘What Is Urban Decline. Desolation, Decay and Destruction, or an Opportunity?’, in: T.R. Slater (red.), Towns in Decline AD 100-1600, Aldershot 2000, 1-22, 10.

Methodisch interessant door de morfologische benadering van de stad zijn onder andere: B. Vannieuwenhuyze, Brussel, de ontwikkeling van een middeleeuwse stedelijke ruimte, Gent 2008; H. Deneweth, Huizen en mensen. Wonen, verbouwen, investeren en lenen in drie Brugse wijken van de late middeleeuwen tot de negentiende eeuw, Brussel 2008 en R. Rutte en J.E. Abrahamse (red.), Atlas van de verstedelijking in Nederland. 1000 jaar ruimtelijke ontwikkeling, Bussum 2014.

Zie onder andere: K. Zweerink, ‘De ruimtelijke volwassenwording van de Hollandse stad (1200-1450). Een vergelijkende analyse van het ontstaan van de contouren van de Randstad aan de hand van stadsplattegronden’, OverHolland 10/11 (2011), 148-171; R. Rutte en B. Vannieuwenhuyze, ‘Medieval Urban Form in the Low Countries: State of Research, Comparative Perspective and Symbolic Meaning’, in: A. Simms en H.B. Clarke (red.), Lords and Towns in Medieval Europe. The European Historic Towns Atlas Project, Farnham 2015, 375-398.

R. Stenvert, ‘Enkhuizen. Morphologie einer schrumpfenden vormodernen Stadt’, in: M. Goer e.a. (red.), Hausbau in Holland. Baugeschichte und Stadtentwicklung (Jahrbuch für Hausforschung; 61), Marburg 2010, 215-240.

Dit artikel is een bewerking van de masterthesis van de auteur: Gehavende stad. De krimp van middeleeuwse havensteden

in Zeeland van de zestiende tot de negentiende eeuw, Universiteit Utrecht, mei 2014, begeleider dr. M. Hurx.

P. Brusse en W. Mijnhardt, Geschiedenis van Zeeland. Deel 2: 1550-1700, Zwolle 2012, 100.

P. Henderikx, Land, water en bewoning. Waterstaats- en nederzettingsgeschiedenis in de Zeeuwse en Hollandse delta in de Middeleeuwen, Hilversum 2001, 71.

P. Brusse, Gevallen stad. Stedelijke netwerken en het platteland. Zeeland 1750-1850, Zwolle/Utrecht 2011, 93.

Henderikx 2001 (noot 11), 70.

Henderikx 2001 (noot 11), 86.

R. Stenvert e.a. (red.), Monumenten in Nederland. Zeeland, Zeist/Zwolle 2003, 62.

Brusse 2011 (noot 12), 36.

Brusse 2011 (noot 12, 17.

R.L. Koops e.a., Brouwershaven 700 jaar, Brouwershaven 1985, 9.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 9.

Brusse en Mijnhardt 2012 (noot 10), 77.

M.E. Jansen-Glas, Geschiedenis van

Brouwershaven, Brouwershaven 1990, 17.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 42.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 76.

C.N. Polderman en P. Blom, Veere: van vissersbuurt tot vestingstad. Bouwstenen voor een stadsgeschiedenis, Goes 1996, 20.

P. Fagel, Zeven eeuwen Veere, Middelburg 1983, 157.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 48, 52 en 113.

Stenvert e.a. 2003 (noot 15), 248.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 47.

Fagel 1983 (noot 25), 183.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 50.

Brusse 2011 (noot 12), 24.

Stenvert e.a. 2003 (noot 15), 15.

P. Henderikx, ‘Ontstaan en ruimtelijke ontwikkeling van Middelburg (9-14e eeuw)’, in: P. J. Woltering e.a. (red.), Middeleeuwse toestanden. Archeologie, geschiedenis en monumentenzorg, Hilversum 2002, 241-257, 246.

Brusse en Mijnhardt 2012 (noot 10), 51.

Stenvert e.a. 2003 (noot 15), 16.

Brusse 2011 (noot 12), 96.

Brusse 2011 (noot 12), 33.

Henderikx 2001 (noot 11), 71.

Henderikx 2001 (noot 11), 84.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 20.

R. Rutte, ‘Vierhonderd jaar stadswording in het mondingsgebied van de Schelde. Ruimtelijke patronen en handelsstromen in de zuidwestelijke delta’, OverHolland 12/13 (2013), 99-127, 116.

Henderikx 2002 (noot 33), 244.

P.J. Huijbrecht, Verdwenen havens van Zeeland. Een historisch-geografische verkenning, Zierikzee 2006, 49.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 9.

Huijbrecht 2006 (noot 43), 9.

H.A.W. van de Garde e.a., Kadastrale atlas van Zeeland 1832. Deel 3: Brouwershaven (Serie Schouwen-Duiveland), Middelburg 1999, 29.

Brusse 2011 (noot 12), 103.

Fagel 1983 (noot 25), 99.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 58.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 35.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 87.

R. Meischke, H.J. Zantkuijl en P.T.E.E. Rosenberg, Huizen in Nederland. Zeeland en Zuid-Holland; architectuurhistorische

verkenningen aan de hand van het bezit van de Vereniging Hendrick de Keyser, Zwolle 1997, 160.

P.W. Sijnke en T. van Gent, De geschiedenis van Middelburg in 25 stappen, Vlissingen 2009, 99.

Brusse 2011 (noot 12), 107.

Brusse 2011 (noot 12), 112.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 76.

Stenvert e.a. 2003 (noot 15), 275.

Koops e.a. 1985 (noot 18), 76.

W.S. Unger, De monumenten van Middelburg, Maastricht 1941, 74.

F.H.F. Jilleba, Het oude Zeeuwse woonhuis, Zutphen 1983, 19-21.

Jilleba 1983 (noot 60), 19.

Meischke, Zantkuijl en Rosenberg 1997 (noot 52), 246.

H. Uil, Zierikzee. Stad met vele gezichten, Goes 1996, 39.

Polderman en Blom 1996 (noot 24), 78.

Meischke, Zantkuijl en Rosenberg 1997 (noot 52), 226.

Meischke, Zantkuijl en Rosenberg 1997 (noot 52), 236.

Huijbrecht 2006 (noot 43), 85.

Fagel 1983 (noot 25), 183.

H. Sinke, Middelburg: architectuur en stedenbouw 1850-1950. Monumenten inventarisatie project, Zwolle 1996,

Rutte 2013 (noot 41), 116.

Gepubliceerd

2016-12-01

Citeerhulp

de Winter, J.-W. (2016). Gehavende steden. De krimp van middeleeuwse havensteden in Zeeland van de zestiende tot en met de negentiende eeuw. Bulletin KNOB, 115(4), 176–191. https://doi.org/10.7480/knob.115.2016.4.1968

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##