Monumentenzorg tijdens de bezetting. Een zoektocht naar nationaalsocialistisch restaureren in Nederland 1940-1944

Auteurs

  • Martijn de Jong

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.117.2018.1.2024

##submission.downloads##

Samenvatting

Between 1940 and 1943, during the German Occupation, restoration activities continued unabated in the Netherlands. Existing studies have already shown that, in the context of a reorganization of cultural policy and legislation, the occupier attached great importance to heritage preservation. There was an attempt (ultimately fruitless) to introduce a national historic buildings act and the National Socialists interfered actively in reconstruction and restoration matters in the (exceptional) case of Middelburg. They also set up the Nederlandsche Kultuurkamer and the Nederlandsche Kultuurraad with the aim of reorganizing the cultural sector along National Socialist lines. Yet there has been scarcely any research into the possible influence of this ideology on ‘ordinary’ restoration work in the Netherlands during the Occupation. The author hopes that this article will encourage further research into ‘National Socialist restoration’ in the Netherlands.

The author argues that in the long term, the Gleichschaltung (in effect, Nazification) of cultural organizations like the Kultuurkamer and the Kultuurraad had hardly any impact on institutional heritage preservation or restoration practice. Nor did the National Socialist tendencies of restoration architects like Jan Gratama, C.B. van der Tak and G.A.C. Blok affect restoration practice during the Occupation. Finally, an analysis of the National Socialist cultural journal De Schouw indicates that although attention was paid to restoration issues, no specifically National Socialist restoration principles were advanced that might have served as guide for Dutch heritage preservation. Based on these sources, the author concludes that there was little sign of any clearly defined National Socialist restoration principles in the Netherlands in the 1940s, let alone any that would have been relevant to heritage preservation, and draws a parallel with the continuity of 1920s conservative restoration ideas in Germany after 1933.

Referenties

W. Martin, Herleefde schoonheid. 25 Jaar monumentenzorg in Nederland 1918 – 10 mei – 1943, Amsterdam 1945.

Martin 1945 (noot 1), 48-69.

V. Simons, Getekend door de oorlog. Monumentenzorg in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog, z.p. 2014, 6.

W.F. Denslagen, Omstreden herstel. Kritiek op het restaureren van monumenten. Een thema uit de architectuurgeschiedenis van Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland (1799-1953), ’s-Gravenhage 1987, 192.

Denslagen (noot 4), 192.

Aan dit onderwerp wijdde ik in 2015 mijn masterscriptie Architectuur en Monumentenzorg aan de Universiteit Utrecht, met als titel: Eén doel, twee gedachten: het nationaalsocialisme en restaureren in Nederland 1940-44.

J.A.C. Tillema, Schetsen uit de geschiedenis van de monumentenzorg in Nederland, ’s-Gravenhage 1975, 437-444.

M. Polano en M. Kuipers, ‘Monumenten in nood. Het ontstaan van de monumentenwetgeving in 1940-1950’, in: A.G. Schulte e.a. (red.), Monumenten en oorlogstijd. Jaarboek Monumentenzorg 1995, Zeist 1995, 66-78.

Polano en Kuipers 1995 (noot 8), 72-74.

D. van Laanen, ‘Aangehouden zorg: Rijksdiensten voor de monumenten 1939-1947’, in: Schulte e.a. 1995 (noot 8), 8-31.

A. Seyss-Inquart, ‘Verordeningen betreffende de Nederlandsche Kultuurraad en de Nederlandsche Kultuurkamer’, Bouwkundig Weekblad Architectura 62 (1941) 52, 425-428.

D. Keuning, Bouwkunst en de Nieuwe Orde. Collaboratie en berechting van Nederlandse architecten 1940-1950, Nijmegen 2017, 66.

Keuning 2017 (noot 12), 97.

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, archief 104, Nederlandse Kultuurkamer.

Seyß-Inquart 1941 (noot 11), 425-428.

P. Knegtmans, P. Schulten en J. Vogel, Collaborateurs van niveau. Opkomst en val van de hoogleraren Schrieke, Snijder en Van Dam, Amsterdam 1996, 198.

L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945. Deel 6 juni ’42-mei ’43. Eerste helft, ’s-Gravenhage 1975, 465.

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, archief 104, Nederlandsche Kultuurraad.

K. Bosma (red.), Architectuur en stedebouw in oorlogstijd. De wederopbouw van Middelburg 1940-1948, Rotterdam 1988.

Tillema 1975 (noot 7), 437.

Bosma 1988 (noot 19), 9. Over de naoorlogse restauratie zijn verschillende publicaties verschenen, waaronder:

R. Zaccagnini-Visser, ‘Het abdijcomplex te Middelburg architectonisch bedrog?’, Bulletin KNOB 102 (2003) 6, 207-224 en H. de Lussanet de la Sablonière, Restauratie aan het Abdijcomplex te Middelburg 1940-1971. Verslag van de restauratie en herbouw van de Rijks- en Provinciale gebouwen behorende tot het Abdijcomplex te Middelburg. Uitgevoerd door de Rijksgebouwendienst gedurende de periode 1940-1971, ’s-Gravenhage 1980.

Tillema 1975 (noot 7), 438-439.

Bosma 1988 (noot 19), 75-89.

Bosma 1988 (noot 19), 112.

A. Hubel, Denkmalpflege. Geschichte, Themen, Aufgaben. Eine Einführung, Stuttgart 2006, 123-124.

B. Moritz, ‘Het eerherstel van oud-Amsterdam’, De Schouw. Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 3 (1944) 4, 207-208.

M. Haaksman, ‘De restauraties van Jan de Meijer en A.A. Kok’, Bulletin KNOB 104 (2005) 1, 13.

B. Moritz, ‘De overblijfselen van het Gildewezen te Amsterdam’, De Schouw. Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 1 (1942) 22, 547.

J. Theunisz., ‘Over het cultureele leven onzer Neder-Saksers’, De Schouw. Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 1 (1942) 5, 111.

T. Goedewaagen, ‘Groningen-Drenthe en het Duitsche Rijk’, De Schouw. Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 1 (1942) 21, 506.

C.F. Staargaard, ‘Groningen als kultuurcentrum’, De Schouw. Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 1 (1942) 21, 509.

R. Stenvert e.a. (red.), Monumenten in Nederland. Groningen, Zwolle 1998, 108.

Hubel 2006 (noot 25), 122.

J. Gratama, ‘Het huis Oude Schans 39 te Amsterdam gerestaureerd’, Bouwkundig Weekblad Architectura 62 (1941) 28, 236-239.

Moritz 1944 (noot 26), 207-208.

Simons 2014 (noot 3), 99.

A. Groot en M. Cramer, C.B. van der Tak. Stadsarchitect tussen modernisme en traditie 1929-1945, Bussum 2007.

C.B. van der Tak, Stadsherstel, Amsterdam 1944. Een verkorte versie werd onder dezelfde titel gepubliceerd in nummer 4 en nummer 41 van jaargang 63 (1942) van het Bouwkundig Weekblad.

Van der Tak 1944 (noot 38), 9.

Groot en Cramer 2007 (noot 37), 340.

R. Meischke, ‘Het stille einde van een bruisende restauratieperiode’, in: Schulte e.a. 1995 (noot 8), 84.

Keuning 2017 (noot 12), 100.

C. van der Ven, ‘De voormalige Rijksgieterij van bronzen geschut te ’s-Gravenhage’, Het Huis, oud en nieuw. Maandelijksch prentenboek gewijd aan huisinrichting, bouw en sierkunst 14 (1916) 2, 167.

G.A.C. Blok, ‘Het huis Korte Vijverberg 3 te ’s-Gravenhage gerestaureerd. De achtergevel’, De Schouw. Orgaan van Orgaan van de Nederlandsche Kultuurkamer, gewijd aan het kultureele leven in Nederland 3 (1944) 12, 572.

N. Cramer, C. Dumas en H.P.R. Rosenberg (red.), Het Kabinet der Koningin. Geschiedenis van het instituut en het huis aan de Korte Vijverberg, ’s-Gravenhage 2004 (2e druk 1991), 113.

F.A.J. Vermeulen, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst, deel 3, Den Haag 1941, 434-438.

Cramer, Dumas en Rosenberg 2004 (noot 45), 113; Keuning 2017 (noot 12), 161.

Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, Grondbeginselen en voorschriften voor het behoud, de herstelling en uitbreiding van oude bouwwerken, met inleiding van dr. J. Kalf, Leiden 1917; in 1940 herdrukt in Bouwkundig Weekblad Architectura 61 (1940) 9, 69-75.

S. Fleischner, “Schöpferische Denkmalpflege”. Kulturideologie des Nationalsozialismus und Positionen der Denkmalpflege, Münster 1999, 33. 50 T. Scheck, Denkmalpflege und Diktatur. Die Erhaltung von Bau- und Kunstdenkmälern in Schleswig-Holstein und im Deutschen Reich zur Zeit des Nationalsozialismus, Berlin 1995, 78-91 en 153-164.

Zie voor dit onderwerp: Scheck 1995 (noot 50), 169-180 en: U. Clemens-Schierbaum, Mittelalterliche Sakralarchitektur in Ideologie und Alltag der Nationalsozialisten, Weimar 1995.

Gepubliceerd

2018-03-01

Citeerhulp

de Jong, M. (2018). Monumentenzorg tijdens de bezetting. Een zoektocht naar nationaalsocialistisch restaureren in Nederland 1940-1944. Bulletin KNOB, 117(1), 14–27. https://doi.org/10.7480/knob.117.2018.1.2024

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##