Breestraat 95 te Leiden, een statig huis uit de vijftiende eeuw
DOI:
https://doi.org/10.7480/knob.108.2009.2.154##submission.downloads##
Samenvatting
Contrary to what the eighteenth-century façade leads one to suspect, building- historical research has shown that the listed building Breestraat 95 is six centuries old. In this research the original shell with large cellar, two high floors and the authentic roof construction were documented. On the basis of wood samples the house proved to have been built between 1405 and 1411.
What was special was that the original façade could be reconstructed on the basis of the building-historical research, a sixteenth-century print and bird’seye- view maps. It turns out that the house had a high screen façade. Due to the height of the house it is as if it had more floors, which was intended to impress. The presence of corner turrets reinforced this effect.
The rare combination of building-historical data and old representations has led to a reliable reconstruction, so that we have now come to know more about this type of medieval architecture, which no longer exists in Leiden.
Referenties
Breestraat 95; rijksmonumentnummer 24612. Redengevende omschrijving: “Pand met bakstenen gevel bovendeel met pilasters, rechte kroonlijst met consoles en groot dakvenster, midden 18e eeuw”.
Dank gaat uit naar collegae Francien Durand, Maarten Enderman, Alphons de Goede en Jos van Rooden voor de medewerking aan het onderzoek. Het documentaire onderzoek heeft plaats gevonden tijdens het in gebruik zijn van het gebouw. Dit heeft tot gevolg gehad dat het onderzoek zich toegespitst heeft op de kelder en de kapconstructie en dat de tussenliggende lagen verkennend zijn bezocht. Dank gaat uit naar Maarten Enderman en Dirk Jan de Vries voor hun op- en aanmerkingen bij het tot stand komen van dit artikel.
Dit straten- en grachtenboek bevindt zich in het Regionaal Archief Leiden, toegang: 501A (Stadsarchief van Leiden 1574-1816), Rubriek: 01.1.1 (Algemeen plaatselijk bestuur), nr. 5113.
Een Rijnlandse roede is 3,767 meter, een Rijnlandse voet is 31,4 centimeter en een Rijnlandse duim is 2,61 centimeter.
WatWasWaar.nl; sectie G, perceel nummer 395, huis en erf.
De bebouwing op het perceel bestaat uit een voorhuis, een vast achterhuis, een binnenplaats met verbindingsgang en een los achterhuis. Het perceel loopt niet (meer) door naar de Langebrug. Daar is een afzonderlijk bebouwd perceel. Wel heeft het perceel Breestraat 95 daar langs een smalle uitgang naar de Langebrug.
Aan de achterzijde bevindt zich ook bebouwing waar in dit artikel niet op zal worden ingegaan.
Van een voorganger zijn vooralsnog geen resten aangetroffen. Het gebied en omliggende bebouwing geven echter aan dat er hoogst waarschijnlijk wel een voorganger is geweest. Zo is het gebied langs de Breestraat in de 13de eeuw tot ontwikkeling gekomen en er staan oudere dendrochronologisch gedateerde gebouwen, bijvoorbeeld Breestraat 113 uit 1347 (d), Breestraat 135 uit 1365 (d) en Breestraat 19 uit 1366 ± 6 jr. (d). Zie hiervoor de bouwhistorische rapportages in het bouwhistorisch archief van de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden.
Het eikenhout van kapconstructies is zeer geschikt voor een exacte dateringsmethode op basis van de jaarringdikte. Monstername M.W. Enderman en datering Pressler GmbH; rapportage 16-11-07. Er zijn zeven monsters (6020 01A t/m 07A) genomen, waarvan er vier zijn gedateerd op een door Pressler ontwikkelde Leidse curve. De dateringen zijn: 1405 ±6, 1408 ±6, 1408 ±6 en 1411 ±6 jr. Vanuit ander onderzoek is bekend dat dit hout binnen twee jaar na kap werd verwerkt. Dateringen bepaald door dendrochronologisch onderzoek worden verder weergegeven met (d).
Vogelvluchtkaart met stadsplattegrond van Leiden met tekst: “Waarachtige Afcunterfeitinge der Stad en Universiteit Leiden in Holland”; “Deeze accuraat Gecopieert int Jaar 1744 door mij Jacob van Werven naar de kaart van 1578 door Hans Lieferinck geteekend”. Herkomst Regionaal archief Leiden, PV321A. Op de kaart wordt enkel het diepe voorhuis getekend en nog niet het vaste achterhuis. Andere vergelijkbare Leidse voorbeelden van een opzet met enkel een diep voorhuis zijn Langebrug 55 uit 1400 ±6 jr. (d) en Haarlemmerstraat 67 uit 1476/1477 (d). De voorbeelden van enkel een voorhuis hebben meestal vier balkvakken. Breestraat 95 heeft drie balkvakken, waardoor er aanleiding zou zijn te denken aan een oorspronkelijke opzet met een voorhuis en vast achterhuis. Hiervan zijn echter (nog) geen sporen aangetroffen. ook komt een achterhuis niet voor op de vogelvluchtkaart uit 1578, waarbij direct moet worden afgevraagd hoe betrouwbaar deze kaart is. Zie voor de genoemde voorbeelden de bouwhistorische rapportages in het bouwhistorisch archief van de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden.
E.D. Orsel, ‘Zijn er nog ‘veel’ middeleeuwse huizen in Leiden?’, in: Dwars door de stad, Leiden 2007, 129-131.
Orsel 2007, 131-134. De kapconstructies met een afgeschoorde nokstijl van Vijfde Binnenvestgracht 7 uit 1588 (d) en van het voorhuis van Breestraat 135 uit 1595 komen met die van Breestraat 95 overeen. Zie de bouwhistorische rapportages in het bouwhistorisch archief van de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden.
Vogelvluchtkaart met stadsplattegrond van Leiden, titel “Lugduni Batavor. Leyden in Hollant”. Vervaardigd in 1600 door Pieter Bast. Herkomst Regionaal archief Leiden, PV329.1a. Op deze kaart wordt, naast de schermgevel, ook al het vaste achterhuis weergeven.
Het metselwerk van de voorgevel was op moment van onderzoek niet bereikbaar voor documentatie.
J. Dröge, E. de Regt en P. Vlaardingerbroek, Architectuur & monumentengids Leiden, Leiden 1996, 140 en 155.
Orsel 2007, 115-134
Zie de bouwhistorische dossiers van beide panden in het bouwhistorisch archief van de unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden
Baksteenformaat tongewelf in steens metselwerk: 22/23 x 10,5/11 x 5/5,5 cm., rode steen. Een dergelijk steenformaat is in Leiden om en nabij de tweede helft van de veertiende eeuw te dateren; E.D. Orsel, ‘Rijswijkers in Leiden, Algemeen overzicht van bakstenen en metselwerk in Leiden en signalering van zestiende- en zeventiendeeeuwse kenmerken’ Bodemonderzoek in Leiden 20, Leiden 2007, 10-12.
De doorgangen en het kelderlicht zijn later dichtgezet, vermoedelijk bij het plaatsen van een nieuwe winkelpui omstreeks 1900.
A. van Drunen, ’s-Hertogenbosch van straet tot stroom, Zwolle 2006, 90-92
Orsel 2007, 119.
De kinderbinten van dit plafond zijn opgelegd op de moerbalken.
Orsel 2007, 128-129.
H. Janse, Trap en Trede, Houten trappen in Nederland, Een bouwhistorische beschouwing, RV bijdrage 15, Zeist 1995, 36-38. Nader dendrochronologisch onderzoek van houten spiltrappen is gewenst om de juistheid van deze hypothese te onderzoeken.
Edwin Orsel, ‘Gehangen in de kap, De vlieringvloer met “flieringhangbalken”’, Nieuwsbrief Stichting Bouwhistorie Historie, nr.44 april 2008, 31-35.
Op vlieringniveau zijn de achterste twee balkvakken van de originele kapconstructie goed bewaard. Het voorste gedeelte is gewijzigd bij de vervanging/modernisering van de voorgevel in de eerste helft van de achttiende eeuw.
De korbeels zijn in de dekbalk en de spantbenen gepend. De sterk gekromde platte windschoren zijn koud tegen de spantbenen genageld en gekeept om de platte flieringen en daar gezekerd met gesmede nagels. De windschoren liggen voor in het vlak, zodanig dat ze voor de sporen langs lopen.
Een vroeg voorbeeld met spantbenen aan de buitenzijde van de fliering is de kap van Breestraat 135 uit 1365 (d) en een laat voorbeeld Nieuwe Rijn 13 uit 1557 (d). Zie hiervoor de bouwhistorische rapportages in het bouwhistorisch archief van de Unit Monumenten en Archeologie van de gemeente Leiden.
Monstername M.W. Enderman en datering Pressler GmbH; rapportage 16-11-07. Een datering is niet gelukt als gevolg van het geringe aantal jaarringen.
Telmerken werden door de timmerman aanbracht om de verschillende constructieonderdelen van elkaar te onderscheiden. Verschillende delen die in en aan elkaar werden bevestigd kregen dan hetzelfde nummer, dit werd per juk gemerkt. Omdat een kapconstructie uit meerdere achter elkaar staande jukken bestaat, werkte de timmerman met een oplopende nummering.
De onderzijde van lip loopt schuin op en ze zijn gezekerd met gesmede nagels. Veel van de haanhouten zijn verwijderd, wellicht op het moment dat de voorzijde is aangepakt, waarbij twee windverbanden werden toegevoegd.
Een richtingsteken was nodig omdat per juk elementen overeen komen, maar door hun ambachtelijke vervaardiging toch niet uitwisselbaar waren.
Orsel, 2007, 126 en 127.
Achtergevel voorhuis, anderhalfsteens, baksteenformaat … x 10 x 4,5/5 en 5lm = 32 10lm = 64 cm. De steen komt overeen met die van het gewelf. Dergelijk metselwerk valt in Leiden te dateren omstreeks 1400; E. Orsel, Rijswijkers in Leiden, Leiden 2007,11 en 12.
Zie dossier Aalmarkt 11 in het bouwhistorisch archief van unit Monumenten en Archeologie, gemeente Leiden.
H. Janse, Houten kappen in Nederland, 1000-1940, Amsterdam 1989, 134-146 en E. Orsel, ‘Ankerbalkgebinten in Breda’, Nieuwsbrief Stichting Bouwhistorie Nederland, nr.29, nov.’01, 27-29.
In de kap van Hinthamerstraat 14 te ‘s-Hertogenbosch komt zo’n nokbalk voor, vriendelijke mededeling Irene Dekker. Een Zwols voorbeeld is het Hof van Ittersum, Sassenstraat 31A uit circa 1430, vriendelijke mededeling Dirk Jan de Vries.
W.J. Bloemink, ‘Polstraat 14 te Deventer’, Bulletin KNOB 86(1987), 89 en 90.
Prent van de gebuurte ‘t Hartochdom van Steynenburch’ ca. 1580, coll. Bodel Nijenhuis, U. Leiden, p.307 11 N25.
Op de vogelvluchtkaarten van Bast en Bleau zijn enkele van deze gevels weergegeven, met name aan de Breestraat. Een bekend voorbeeld is Breestraat 117; P.C. Meijers, Bouwhistorisch rapport Breestraat 117 te Leiden, Noordwijk 2005, 5, 10 en 16.
In Brugge zijn enkele schermgevels behouden, onder andere Markt 15 uit het eind van de vijftiende eeuw, Vlamingsstraat 35 uit 1453 en Zomerstraat 2 uit omstreeks 1500; H.J. Zantkuyl, Bouwen in Amsterdam, Amsterdam 1993, 72 en 73.
Wellicht was met wandjes een indeling met voorruimte en verwamde achterkamer gecreëerd, waarvan (nog) niets is teruggevonden.
Gepubliceerd
Citeerhulp
Nummer
Sectie
Artikelen
Licentie
Copyright (c) 2009 Edwin Orsel
Dit werk wordt verdeeld onder een Naamsvermelding 4.0 Internationaal licentie.