Showing the flag in sober Dutch style
Post-war embassy buildings in Washington and Bonn
DOI:
https://doi.org/10.7480/knob.118.2019.4.4309Downloads
Abstract
In 1964 the Netherlands inaugurated two new embassy buildings: in Washington DC, designed by the Dutch architect Piet Tauber, and in Bonn, designed by the German architect Ernst van Dorp. During the opening of both buildings, the Dutch dignitaries, who included the respective ambassadors, stressed that the new embassies, while solving existing accommodation problems, were also a symbolic gesture. Embassies, which housed the Netherlands’ foreign diplomatic missions, were political, representative buildings and as such carried symbolic connotations.
This article relates to part of a doctoral study focusing on the representational role of Dutch embassy buildings from the Second World War to the present day and their all-important symbolism. Archival research was conducted into the history of the origins and reception of two Dutch embassy buildings from the same post-war reconstruction period when the first embassy buildings specifically commissioned by the Dutch government were constructed. The embassies in Washington DC (1960-1964) and Bonn (1962-1964), realized in quick succession, were of comparable political importance and were distinguished by the use of brick, a material often associated with the Netherlands. In addition to the choice of materials, the sober design of both buildings was seen as stereotypical of the national character. Given the representative function of the embassies, which housed the two biggest and most important Dutch diplomatic missions, the relation between political, national identity and architecture seems to have played a role in the realization of both buildings.
In both Washington and Bonn the Dutch government purchased a plot in a residential area, at a suitable distance from the seat of government. Both designers explicitly took account of the surroundings and opted for an architecture that was modern yet understated. Piet Tauber (1927-2017), for whom this accorded with his own design principles, sought to balance functionality, context and architectural expression, resulting in ‘simplicity and honesty’. Ernst van Dorp (1920-2003) emphasized the specific function of an embassy building. As the symbol of a nation in a foreign country, the design ought to conform to the national character and the context, without drawing undue attention to itself. As well as having an ‘affinity’ with the country being represented, the building should be ‘durable’ and age gracefully. According to the German architect brick and glass were more durable and revealed more ‘character’ as they aged. Both approaches resulted in a highly contextual building that was widely regarded as representative of the home country in the choice of material, sober architectural appearance, and taut, functional design. Although the VIPs at the openings in 1964 referred to the symbolism of the buildings, there is no indication in the archival material that the national significance of the buildings was actually specified in the design commission. Neither style nor material was stipulated. Rather, the embassies in Washington and Bonn demonstrate how a balance was sought with the context of the host country. To what extent this was a deliberate political strategy that was also applied to later Dutch embassy buildings and hence typically Dutch, is a subject for further research.
References
De begrippen ambassade, ambassadegebouw en kanselarij behoeven enige toelichting. Het begrip ambassade duidt zowel op ‘de gezamenlijke vertegenwoordigers van een regering bij een andere, de ambassadeur met zijn raden, secretarissen en verdere beambten’ als op ‘het gebouw, waarin de ambassade gevestigd is’ (Van Dale. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal). Het gebouw van de ambassade, ofwel het ambassadegebouw, wordt tevens aangeduid met het begrip kanselarij. De kanselarij is het kantoorgebouw van de diplomatieke vertegenwoordiging. In de officiële stukken in de geraadpleegde archieven wordt het ambassadegebouw bijna altijd aangeduid als kanselarij. In dit artikel is vooral gekozen voor de meer gangbare begrippen van ambassade en ambassadegebouw.
Den Haag, Nationaal Archief (NL-HaNA), 2.05.118, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Codearchief 1955-1964, inv.nr. 29770, openingstoespraak van L. de Block (28 januari 1964).
Van Roijen deed deze uitspraak tijdens het plaatsen van de gedenksteen door prinses Beatrix op 20 april 1963. Geciteerd in: ‘Nieuwe Nederlandse ambassade in Washington wellicht nog in augustus gereed’, Algemeen Handelsblad, 4 mei 1963.
NL-HaNA, 2.05.149, Nederlandse Ambassade en Consulaten in Bondsrepubliek Duitsland, inv.nr. 353, ‘Grusswort’ van G.E. Baron van Ittersum, 24 april 1964.
Ik beperk me in dit artikel tot het noemen van een aantal sleutelpublicaties over politiek, nationale identiteit en architectuur: L.J. Vale, Architecture, Power and National Identity, London/New York 2008 (1992); R. Quek en D. Deane, Nationalism and Architecture, Ashgate 2012; F. Floré en C. McAtee, The Politics of Furniture. Identity, Diplomacy and Persuasion in Post-War Interiors, Londen/New York 2017. Over diplomatieke architectuur verschenen o.a. J.C. Loeffler, The Architecture of Diplomacy. Building America’s Embassies, New York/Princeton 2011 (1998); K. Englert en J. Tietz (red.), Botschaften in Berlin, Berlin 2004; K. Fleischmann, Botschaften mit Botschaften. Von Raumbildern und einer Neuen Länderkunde, Oldenburg 2008; L. Elmenhorst, Kann man national bauen? Die Architektur der Botschaften Indiens, der Schweiz und Groβbritanniens in Berlin, Berlin 2010; J. Hort, Architektur der Diplomatie. Repräsentation in europäische Botschaftsbauten, 1800-1920, Göttingen 2014.
Over Nederlandse ambassadebouw verschenen o.a. de volgende overzichten: S. Grip, Ver Bouwen. De huisvesting van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging, Rotterdam 2009; B. Colenbrander en H. Damen, ‘Beeldvorming over de Nederlandse architectuur in de wereld 1980-2013’, in: T. Bevers e.a., Nederlandse kunst in de wereld. Literatuur, architectuur en beeldende kunst 1980-2013, Nijmegen 2015, 148-231; H. Damen, ‘Nederlandse residenties als zinnebeeld van de natie. De diplomatieke interieurs van Jan Holstein’, Eigenbouwer 8 (2017), 34-49.
M.T.A. van Thoor, Het gebouw van Nederland. Nederlandse paviljoens op de wereldtentoonstellingen, Zutphen 1998.
Dit artikel maakt deel uit van het promotieonderzoek van de auteur naar de betekenis en de iconologie van de Nederlandse ambassadebouw vanaf de Tweede Wereldoorlog tot heden, uitgevoerd aan de Leerstoelgroep Architectuurgeschiedenis en -Theorie aan de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven onder begeleiding van prof. dr. B.J.F. Colenbrander.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Zaken/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29770, openingstoespraak van L. de Block, 28 januari 1964; M. Tak, ‘Nederland: prestatie en prestige in Washington’, Elseviers Weekblad, 8 februari 1964.
NL-HaNA, 2.05.118, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Codearchief 1955-1964, inv.nr. 29770, openingstoespraak van L. de Block, 28 januari 1964.
NL-HaNA, 2.05.149, Nederlandse Ambassade en Consulaten in Bondsrepubliek Duitsland, inv.nr. 353, ‘Grusswort’ van G.E. Baron van Ittersum, 24 april 1964.
NL-HaNA, 2.05.51, Directie Buitenlandse Dienst, (1940) 1945-1954 (1955). Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlands Zaken. Directie Buitenlandse Dienst, 1945-1954, 8.
Nederlandse staatsalmanak voor iedereen, Zaltbommel,1951, 61. Vanaf 1952 wordt ook ‘inrichting’ genoemd.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Zaken/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29737. In een schrijven van de Chef DBD aan alle posten, d.d. 26 april 1954, wordt melding gemaakt van een regeling met de Rijksgebouwendienst.
J.A.A. Bervoets (samenst.), Het Rijk onder dak. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de rijksoverheid op het beleidsterrein van de rijkshuisvesting, 1945-1994 en in het bijzonder de Rijksgebouwendienst (1922-1994), Den Haag 1997, 34.
Bervoets 1997 (noot 15), 34.
Rotterdam, Het Nieuwe Instituut (HNI), archief Vegter (Vegt.1640), het dagboek van de rijksbouwmeester.
NL-HaNA, 2.05.51, Directie Buitenlandse Dienst, (1940) 1945-1954 (1955), inv.nr. 735, memorandum van DBD/GB aan Chef DBD, 12 november 1953.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29765, brief van Van Roijen aan minister van Buitenlandse Zaken, 7 maart 1956; memo van DBD/GB aan Chef DBD, 28 juni 1956; brief van minister van Financiën aan minister van Buitenlandse Zaken, 12 december 1957.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29766, bericht van Van Roijen aan DBD/GB, 23 mei 1960.
In diverse notities en correspondentie tussen 1955 en 1960 wordt aangehaald dat afhankelijk van de politieke ontwikkeling in Bonn al dan niet wordt overgegaan tot de bouw van een nieuwe Nederlandse kanselarij. Zie o.a.: NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29752, notitie van de minister van Buitenlandse Zaken aan de Minister van Financiën, 26 oktober 1955; NL-HaNa, 2.05.114, Ambassade en Consulaten Duitsland, inv.nr. 350-355, brief van ambassadeur aan minister van Buitenlandse Zaken, 2 juni 1959.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst /Code-Archief 55-64, inv.nr. 29766, memo van Hoofd DBD/BG aan Chef DBD, 17 juni 1960.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, 2.05.118, inv.nr. 29766, brief van Vegter aan Termeer, 8 juli 1960.
‘Meervoudige opdracht voor de kanselarij der Nederlandse ambassade in Washington’, Bouwkundig Weekblad 78 (1960) 24, 534-551.
P. Tauber, ‘De nieuwe kanselarij van de Nederlandse ambassade te Washington’, Bouwkundig Weekblad 82 (1964) 1, 17-22; Bouw 19 (1964) 36, 1222-1227.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29766, brief van N.V. tot Aanneming van Werken v/h H.J Nederhorst aan minister van Buitenlandse Zaken, 19 juni 1961.
Schriftelijke toelichting op ontwerp van Piet Tauber in bezit van auteur, 6 juni 1996.
D. Keuning, Piet Tauber 1927. Bouwen in opdracht, Rotterdam, 2012, 109.
Tauber 1964 (noot 25); Bouw 1964 (noot 25).
T.C. Droogh, ‘Twee nieuwe ambassades van Nederlandse baksteen. Representatieve bouwwerken’, Baksteen. Tijdschrift gewijd aan de eigenschappen en toepassing van kleiproducten 6 (1964) 2, 2-10.
Tauber 1964 (noot 25) en Bouw 1964 (noot 25).
Tauber 1964 (noot 25), 21.
‘Bouwmeester’, Het Vrije Volk, 24 november 1960.
Tauber 1964 (noot 25), 21.
Haagsche Courant, 19 november 1963.
‘Nieuwe Nederlandse ambassade in Washington wellicht nog in augustus gereed’, Algemeen Handelsblad, 4 mei 1963.
De Volkskrant, 28 januari 1964.
W. Von Eckardt, ‘New Dutch Embassy is Rare Treat of Quality’, The Washington Post, 3 november 1963.
Tak 1964 (noot 9).
Eindhovens Dagblad, 15 februari 1964.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29769, memo van Van Roijen aan DBD/GB hr. Wiegel, 8 augustus 1963.
A. Schyma, ‘Hollands Schaufenster am Rhein. Die Königlich-Niederländische Botschaft in Bonn’, Denkmalpflege im Rheinland nr. 4, 2001, 158-161. De status en vorm van dit voorontwerp zijn niet bekend. Schyma spreekt over een eerste ontwerp ontstaan in 1960 van Gebouwen Buitenland, dat zou bestaan uit een onregelmatig drievleugelig gebouw. Het is niet duidelijk of zij het ontwerp van Von Holy bedoeld.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29741, telexbericht van Van Vredenburch aan Ministerie van Buitenlandse Zaken, 6 augustus 1961.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29741, brief van plv. Directeur-Generaal Rijksgebouwendienst aan Chef van DBD van Ministerie van Buitenlandse Zaken met excerpt uit rapport van de rijksbouwmeester inzake de keuze van een architect voor de bouw van de kanselarij in Bonn, 10 oktober 1961.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29741, Aktennotiz van Van Dorp aan ambassade, 6 november 1961.
NL-HaNA, Ambassade en Consulaten Duitsland 1955-1974, inv.nr. 353, brief van Van Vredenburch aan Van Dorp, 24 januari 1962.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29741, Vertrag Fa Eimermacher GmBH, 25 juni 1962.
Englert en Tietz 2004 (noot 5), 34.
Interview met Kerstin Würker, Bonn, 19 november 2018. Würker doet onderzoek naar het leven en werk van architect Ernst van Dorp in Bonn.
NL-HaNA, 2.05.118, Buitenlandse Dienst/Code-Archief 55-64, inv.nr. 29741, Baubeschreibung Für den Neubau der Kanselarij van de ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Bonn, Ernst van Dorp, 23 maart 1962.
Droogh 1964 (noot 30).
NL-HaNA, 2.05.149, Ambassade en Consulaten Duitsland, inv.nr. 353, Mitteilung für die Presse, 22 april 1964.
NL-HaNA, 2.05.149, Ambassade en Consulaten Duitsland, inv.nr. 350-355, brief van Van Ittersum aan minister van Buitenlandse Zaken, 4 mei 1964.
NL-HaNA, 2.05.149, Ambassade en Consulaten Duitsland, inv.nr. 350-355, telexbericht van Van Ittersum aan secretaris-generaal, 9 april 1964.
De Volkskrant, 1 mei 1964.
Limburgs Dagblad, 1 mei 1964; Dagblad van Noord-Limburg, 6 mei 1964; Trouw, 5 mei 1964.
Limburgs Dagblad, 1 mei 1964; Dagblad van Noord-Limburg, 6 mei 1964.
A. Pellens, Ein Bonner baut. Ernst van Dorp 1950-2000, Bonn 2000, 68-70.
NL-HaNA, 2.05.149, Ambassade en Consulaten Duitsland, inv.nr. 350-355, brief van Van Ittersum aan minister van Buitenlandse Zaken (4 mei 1964).
NL-HaNA, 2.05.313, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Code-archief 1965-1974, inv.nr, 26901, posttelegram van Van Ittersum aan minister van Buitenlandse Zaken (16 maart 1965).]
Bonner Rundschau, 28 april 1964.
General Anzeiger, 29/30 september 1962; General Anzeiger, 23 april 1964.
A. Denk en I. Flagge, Architekturführer Bonn, Berlijn 1997, 59.
U. en J. Zänker, Bauen im Bonner Raum 49-69, Düsseldorf 1969, 125.
Pellens 2000 (noot 58).
Schyma 2001/4 (noot 42).
Eckardt 1963 (noot 38).
Published
How to Cite
Issue
Section
Articles
License
Copyright (c) 2019 Hélène Damen
This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.