De stadsmuren van Amersfoort

Ontwikkeling en herontwikkeling door de tijd

Auteurs

  • Hilde van de Pol

DOI:

https://doi.org/10.48003/knob.120.2021.3.724

##submission.downloads##

Samenvatting

The development of Amersfoort’s two city walls can be divided into five periods. The first city wall was built in the first period 1259-1379. Although Amersfoort had been granted a charter in 1259, construction of the wall did not commence until after a serious assault by troops from the duchy of Gelre (Geulders) in 1274. The defensive wall was made stronger on that side, probably in expectation of more attacks from that direction.

Between 1380 and 1500 Gelre troops attacked Amersfoort on multiple occasions and offensive firepower increased. Interestingly, Amersfoort opted to build a second city wall rather than reinforcing the existing one, considerably increasing the size of the city in the process. However, the project proved difficult to finance, defend and maintain, most likely due to the stagnating economy. Instead of being demolished after the second wall was in place, the first wall was reinforced with abutting houses, thereby becoming a kind of rampart within a rampart.

The new fortifications turned out to be ineffective and in 1501 the city council decided to demolish the first city wall. This freed up space for a second generation of wall houses, mostly built from reused stone and with their front elevation on the trajectory of the first wall, with the exception of the houses along Krankeledenstraat and the southern section of Breestraat. In this same period, up until 1644, there was an attempt to strengthen Amersfoort’s defences. Several fortification plans were drawn up, none of which was implemented in its entirety, most probably due to a lack of financial resources. The ramparts that were realized are concentrated in the south-west since in this period the possibility of a new Spanish incursion was greater than any threat from Gelre.

In the third period, 1645-1828, the council’s approval of additional openings in the city wall marked the beginning of a gradual deterioration of the defensive works. They had always been a big budget item, yet they had not been particularly effective. Accordingly, the council decided to convert the fortifications into lucrative functions. The Davidsbolwerk, for example, was turned into a cemetery. The most extensive demolition probably started in 1778 when it was also decided to dismantle various outer and inner gates in the second city wall.

By 1829 the fortifications had entirely lost their defensive function and the city council proposed converting the outer line into a green pathway encircling the city, which would have resulted in the disappearance of all remaining traces of the wall. However, this was averted in 1844 by a national ban on the demolition of fortifications and they were subsequently integrated with the walking route. City planners continued to submit applications for demolition but encountered fierce resistance from heritage organizations. In addition, many remnants avoided demolition because most urban expansion occurred outside the historical centre. This resulted in a concomitant shift in the economic focus so that the fortifications no longer needed to be sacrificed to industrial development. Towards the end of the nineteenth century, with appreciation for the heritage value of fortifications growing, money became available for their restoration and Amersfoort’s historical centre was declared a conservation area.

Biografie auteur

Hilde van de Pol

Hilde van de Pol MSc studeerde Architectuur aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Zij studeerde af in juni 2021 en is momenteel architect in opleiding.

Referenties

Dit artikel is gebaseerd op een scriptie aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft, onder begeleiding van Reinout Rutte, die meedacht over de opzet en de periodisering. Veel mensen waren behulpzaam: Max Cramer voorzag het originele onderzoek van belangrijke correcties en aanvullingen. Francien Snieder dacht mee over de strategische functie van de muurhuizen binnen de eerste en tweede stadsmuur en de ontwikkeling van de tweede generatie muurhuizen langs de Breestraat. Ook Sandra Hovens dacht mee over de strategische functie van de muurhuizen tijdens de ontwikkeling van de stadsmuren.

F. Snieder, ‘De stadsmuren van Amersfoort’, Amersfoort Magazine, 7 (2004) nr. 1, 17–22.

J.E. Abrahamse, Historische atlas van Amersfoort. Middelpunt van Nederland, Nijmegen 2019, 10-11.

B.J.M. Speet, Amersfoort (Historische Stedenatlas van Nederland; 2), Delft 1982, 6-7.

Snieder 2004 (noot 2).

Abrahamse 2019 (noot 3), 14-15.

Zie voor de muurhuizen: Centrum voor Archeologie, Opgraving, Muurhuizen 49-51, Amersfoort 1989: www.amersfoortopdekaart.nl/archeologie/binnenstad/muurhuizen-49-51/pointofinterest/detail (geraadpleegd 20 april 2020); Snieder 2004 (noot 2). Voor de Krankeledenstraat: T. d’Hollosy, L. de Leeuw en F. Snieder, Amersfoort onder ons. Krankeledenstraat 20 en 22, archeologisch onderzoek naar de resten van de eerste stadsmuur, Amersfoort 2009: docplayer.nl/197965-Amersfoortonder-ons-krankeledenstraat-20-en-22-archeologisch-onderzoek-naarde-resten-van-de-eerste-stadsmuur.html (geraadpleegd 20 april 2021).

Snieder 2004 (noot 2); S. Siemers-Den Dulk, Amersfoortse muurhuizen. Dieventorencomplex en Secretarishuisje, Bussum 2011.

A. van Engelenhoven, ‘Ouderdom van de Muurhuizen deel 1’, Kroniek 6 (2004) nr. 2, 6-7; A. van Engelenhoven, ‘Ouderdom van de Muurhuizen deel 2’, Kroniek 6 (2004) nr. 3, 8-9.

F. Snieder, ‘Boeren in de stad, en waarom Amersfoort een tweede stadsmuur bouwde’, Jaarboek Flehite 11 (2010), 46-63.

Snieder 2010 (noot 10).

Snieder 2010 (noot 10).

Abrahamse 2019 (noot 3), 16-17.

Snieder 2004 (noot 2).

Speet 1982 (noot 4), 7; Abrahamse 2019 (noot 3), 16-17.

Snieder 2010 (noot 10).

H. Janse en T. van Straalen, Middeleeuwse stadswallen en stadspoorten in de lage landen, Zaltbommel 1974, 17-22.

J.A. Brongers, Historische encyclopedie van Amersfoort, Amersfoort 1998, lemma ‘belegeringen’: https://www.archiefeemland.nl/hulp-bij-onderzoek/tips/historische-encyclopedie/b/belegeringen-aanslagen (geraadpleegd 21 april 2021); zie tevens D. Steenbeek, ‘Eerste berichten van de Koppelpoort. De koppelpoort in de archiefstukken’, in: S. Hovens en M. Cramer (red.), De Koppelpoort. Hart van de Amersfoortse stadsverdediging, Bussum 2004, 26-45.

Snieder 2010 (noot 10).

A. van Engelenhoven, Middeleeuwse huizen in Amersfoort, Bussum 2006, 8-17; J. Clarijs, Bollenburg. Het huis van Oldenbarnevelt, Bussum 2017, 14-15.

H. Halbertsma, ‘Tinnenburg werd reeds voor 1414 gebouwd’, Amersfoortsche Courant, 15 maart 1957.

Snieder 2010 (noot 10).

Van Engelenhoven 2006, (noot 20), 30-47.

S. Hovens, ‘Verrassende ontdekkingen bij een verbouwing. Muurhuizen ouder dan gedacht’, Kroniek 18 (2016) nr. 4, 16-17; A. van Engelenhoven, ‘Speuren naar de oudste stadsmuur’, Kroniek 6 (2004) nr. 1, 10-11.

Abrahamse 2019 (noot 3), 14-15.

Siemers-Den Dulk 2011 (noot 8), 10-15; Van Engelenhoven 2006 (noot 20), 8-17, 30-47.

d’Hollosy, De Leeuw en Snieder 2009 (noot 7).

T. d’Hollosy, ‘Amersfoort Breestraat 20’, in: D.H. Kok e.a. (red.), Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1992-1993, Hilversum 1997, 20-22.

Brongers 1998 (noot 18), lemma: belegeringen en 16de eeuw.

Snieder 2004 (noot 2); T. d’Hollosy, Zocherplantsoen Noord langs rustig water. Archeologisch onderzoek naar de verloren gewaande Portugees-joodse begraafplaats bij de Bloemendalsebuitenpoort, Amersfoort 2006: wegwijs033.nl/Joodse%20begraafplaats.pdf (geraadpleegd 23 april 2021).

T. Reichgelt, ‘De bolwerken van Adriaen Anthonisz van Alckmaer’, Amersfoort Magazine 7 (2004) nr. 1, 32-34; Speet 1982 (noot 4), 11.

Abrahamse 2019 (noot 3), 20-21.

Reichgelt 2004 (noot 31).

Reichgelt 2004 (noot 31).

Abrahamse 2019 (noot 3), 20-21.

Abrahamse 2019 (noot 3), 20-21.

Speet 1982 (noot 4), 11-12.

Snieder 2004 (noot 2).

www.amersfoortopdekaart.nl/(geraadpleegd 22 april 2021).

www.amersfoortopdekaart.nl/(geraadpleegd 22 april 2021).

B. Elias, Amersfoort in beeld. Zes eeuwen stadsgezichten, Amersfoort 2019, 41-42.

Reichgelt 2004 (noot 31).

d’Hollosy 2006 (noot 30).

Speet 1982 (noot 4), 12; Brongers 1998 (noot 18), lemma: Koppelpoort.

Speet 1982 (noot 4), 11.

Clarijs 2017 (noot 20), 12-17.

Steenbeek 2004 (noot 18).

Van den Braber en Hovens 2004 (noot 18), 13-14.

C. van den Braber, ‘Van stadsmuur naar wandeling’, Flehite 14 (1982) nr. 4, 82-93.

Steenbeek 2004 (noot 18).

C. van den Braber en S. Hovens, ‘Stadsverdediging’, in: Hovens en Cramer 2004 (noot 18), 9-24.

Abrahamse 2019 (noot 3), 42-43.

Abrahamse 2019 (noot 3), 42-43.

Van den Braber 1982 (noot 49).

B. Elias, ‘Voortbestaan Koppelpoort bedreigd. De restauratie van de Koppelpoort in 1885-1886’, in: Hovens en Cramer 2004 (noot 18), 46-63.

Abrahamse 2019 (noot 3), 42-43.

Elias 2004 (noot 55).

Abrahamse 2019 (noot 3), 42-43; Elias 2004 (noot 55).

A. Groot en M. Cramer, C.B. van der Tak. Stadsarchitect tussen modernisme en traditie 1929-1945, Bussum 2007, 317-321.

Abrahamse 2019 (noot 3), 58-59.

R.A.F. Smook, Binnensteden veranderen. Atlas van het ruimtelijk veranderingsproces van Nederlandse binnensteden in de laatste anderhalve eeuw, Zutphen 1984, 57-59.

J. Teters, ‘Naar een Moderne City! 30 jaar binnenstadsvernieuwing in Amersfoort (1945-1975)’, Jaarboek Flehite 11 (2010), 88-117.

Abrahamse 2019 (noot 3), 58-59.

Abrahamse 2019 (noot 3), 72-73.

Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Toelichting op het besluit tot aanwijzing van Amersfoort tot beschermd stadsgezicht, [Zeist] 1983: archisarchief.cultureelerfgoed.nl/Beschermde_Gezichten/BG1446/ (geraadpleegd 22 april 2021).

Smook 1984 (noot 61), 57-59.

Gepubliceerd

2021-09-17

Citeerhulp

van de Pol, H. (2021). De stadsmuren van Amersfoort: Ontwikkeling en herontwikkeling door de tijd. Bulletin KNOB, 120(3). https://doi.org/10.48003/knob.120.2021.3.724

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##