Johanna Eleanor Ferguson
International woman in architecture and theosophy
DOI:
https://doi.org/10.48003/knob.121.2022.2.746Downloads
Abstract
The multi-talented Johanna Eleanor Ferguson (1900-1982), born in Shanghai but trained at the Delft Institute of Technology, was one of the first female architects in the Netherlands. From her self-designed flat-roofed house near Breda she obtained her engineer’s degree in 1926 as an already married woman.
Subsequently she designed the reed-covered house De Huif in Wageningen for her mother (1927) and two almost identical flat-roofed houses near Utrecht for her father (1928 and 1935).
Meanwhile she had given birth to two children and divorced her first husband, and in late 1932 she relocated to the Gooi region to join a theosophist community. It was while here that she married her second husband. Looking for better perspectives, the young family emigrated to Johannesburg at the end of 1935. One year later, Eleanor Ferguson was formally registered as an architect in South Africa. In 1938, after another divorce, she started a joint practice together with a local architect, Stakesby-Lewis who became her third husband and shared her interest in theosophy. She worked under her maiden name as the principal designer and he as the builder.
The firm was responsible not only for various ‘Wrightian’ cottages and houses in the suburbs (for example, for A.J. Du Plessis at Cottesloe), but also for typically modern commercial buildings in the business districts, such as August House with its conical mushroom columns. In 1948 Conrad Sayce became a partner in the practice, which was based in Washington House. The expansion of the firm was presumably prompted by Eleanor’s increasing social activities alongside the design work. Following in the footsteps of Clara Codd and Jan Kruisheer, she was appointed National President of the Theosophical Society in southern Africa (1946–53) in which capacity she lectured widely. She also made an elaborate pro bono design for a new Lodge in Johannesburg, but this was never executed. Instead, the Stakesby-Lewises converted an existing villa into a ‘theosophical temple’, inaugurated in 1951.
Two years later, they migrated to Salisbury (now Harare) in former Rhodesia to start a new joint practice, mainly focused on building private bungalows, and to extend the theosophical network.
In mid-1961, in response to the growing political and economic uncertainty, the couple finally settled in England where they lived amongst a theosophist community on the Tekels Park Estate in Camberley. The estate was accordingly expanded by two neighbouring houses designed by Ferguson, one for herself and her husband, the other for her eldest daughter’s family (Loveday). In 1972 the Stakesby-Lewises moved to another self-designed bungalow on the estate (further away from the motorway) where Eleanor passed away in 1982 after a long and eventful life. Until the very end she remained proud on her Delft engineer’s title.
References
De vraag kwam van Roger Fisher in het kader van het tussen 2018 en 2021 uitgevoerde Tectonic ZA Wilhelmiens Shared Heritage-project; zie hiervoor N.J. Clarke, R.C. Fisher en M.C. Kuipers (red.), Common Ground. Dutch-South African Architectural Exchanges 1961-62, Edam 2021.
Vergelijk E. Smeets-Klokgieters, ‘Vrouw in de bouw. De eerste vrouwelijke afgestudeerde architecten in Nederland’, Bulletin KNOB 116 (2017) 1, 43-57.
Mondelinge informatie van Eric T. Ferguson aan de auteur in interview met Nicholas Clarke en Elsa Berentzen-Ferguson, 18 maart 2020.
P.H. Bruns, ‘Een Antilliaans jurist van de wereld. Het werk van diplomaat, bestuurder en jurist J.H. Ferguson (1826-1908)’, The Palamedes Blog (geraadpleegd 28 oktober 2021); interview 18 maart 2020 (noot 3).
Arnhem, Gelders Archief, 0207 Burgerlijke Stand, inv.nr. 1123, aktenummer 61.
Interview van de auteur met Noortje Loveday-van Everdingen, 30 november 2020; Haags Gemeentearchief, 0354-01 Bevolkingsregister Den Haag, inv.nr. 513 gezinskaart Ferguson-Boerrigter; de formele echtscheiding vond plaats op 19 november 1915 (Nederlandsche Staatster courant, 23-24 januari 1916, nr. 19, Bijvoegsel, 2).
T.Th.H. Ferguson, ‘De pedograaf Ferguson. Een automatisch toestel voor globale terreinopnamen’, De Ingenieur 18 (1903) 38, 672-676; redactie, ‘Rollende Egge Ferguson (Rolling rake) ter verdieping van vaarwaters’, De Ingenieur 22 (1907) 12, 203-205.
Soms logeerden zij dan langdurig bij andere familieleden (schriftelijke informatie van familie-archivaris Theo Ferguson aan de auteur, 1 december 2020).
Thomas Ferguson behaalde in 1888 het eindexamen aan de Haagse hbs; Haagsche Courant, 8 juli 1888.
Smeets-Klokgieters 2017 (noot 2); A. den Boer, ‘Grada Wolffensperger. De eerste “bouwmeesteres van Nederland”’, blog 9 april 2019, www.arjandenboer.nl (geraadpleegd 27 augustus 2021).
E. van Kessel en M. Kuperus, Margaret Staal-Kropholler, architect 1891-1966, Rotterdam 1993.
In 1924 waren nieuwe hoogleraren bij Bouwkunde aangesteld, zoals M.J. Granpré Molière, R.L.A. Schoemaker en G. Diehl, van wie Joop Ferguson ook onderwijs kreeg; zie o.a. Technische Hoogeschool Delft, Programma der Lessen 1925–1926, Delft 1925; H.T. Zwiers, ‘De Techniek van het Bouwvak’, in: A.F. Kamp (red.), De Technische Hogeschool te Delft 1905-1955, ’s-Gravenhage 1955, 213-227 en ‘Naamlijst, grafieken’, in: idem, III-XXXI; J. Schilt, ‘De schepping van de architect, 200 jaar bouwkunstonderwijs in Nederland’, in: B. Goldhoorn (red.), Architectuur als discipline, Rotterdam 1996, 7-63.
B. Crijns, Het (poly)technisch bouwkunstonderwijs 1864–1916. Een onderzoek naar de kunstzinnige vorming van de bouwkundig ingenieur en het ontstaan van de zogenoemde Collectie Sluyterman ten behoeve van die vorming, Amsterdam 1994 (ongepubliceerde doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam); J.K.T. Sluyterman, Het huis van ouds genaamd Portugal te Delft ingericht voor het onderwijs in de decoratieve kunst aan de Technische Hoogeschool. Delft, inaugurele rede Technische Hogeschool Delft, Delft 1917.
Hierbij mijn grote dank aan Noortje Loveday-van Everdingen en Beatrice Sales-Loveday voor de inzage in deze studietekeningen en het vrije schetsalbum. Ook mijn dank aan Nicholas Clarke die de foto’s ervan maakte en met mij heeft meegewerkt aan de overdracht van de tekeningen aan Het Nieuwe Instituut te Rotterdam op 3 maart 2022.
Zie de betreffende Almanakken van het d.s.c. en de d.v.s.v. uit de periode 1919-1926.
E. van Kessel en F. Palstra, Ir. Jakoba Mulder (1900-1988) (DRO Publikaties; 1/2), Amsterdam 1994, 3.
‘Academische examens’, De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 5 juli 1920.
A. Mohr e.a. (red.), Delftsche Studenten Almanak voor het jaar negentienhonderd eenentwintig, Delft 1921, 179.
J. Wils, ‘Tentoonstelling Practische Studie. Bibliotheek t.h. te Delft’, Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, 5 april 1924.
‘Bouwkundige tentoonstelling’, Delftsche Courant, 2 april 1924.
‘Practische Studie’, foto met bijschrift, De courant. Het nieuws van den dag, 15 mei 1924.
‘School en Opvoeding. Academische examens’, Algemeen Handelsblad 7 februari 1925.
J.E. Ferguson, ‘Drie practische tafeltjes’, De Vrouw en haar huis 11 (1925) maart, 450-452; met dank aan Erica Smeets-Klokgieters voor informatie over deze bron.
Ferguson 1925 (noot 23), 450. Ook naderhand maakte ze nog eigen meubels, die deels bij familieleden bewaard zijn gebleven; mondelinge informatie van Alice Ferguson, Leiden, 23 april 2021.
Stadsarchief Breda, huwelijksakte PH1925_0045; ‘E. van Everdingen’, in: N. Japikse (samenst.), Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld, Amsterdam 1938, 453.
De adressering is twee keer gewijzigd: eerst ongenummerd in het Oranjepark, vervolgens Burgemeester Schrauwenlaan 98h, Princenhage, en na de annexatie Burgemeester de Manlaan 12, Breda; zie G. Otten, ‘De villa’s, gebouwd vóór 1940 aan de Burgemeester de Manlaan, in het Montenspark en aan de Montenslaan’, Engelbrecht van Nassau 19 (2000) 2, 21-33.
‘School en Opvoeding. Aktes L.O.’, Algemeen Handelsblad, 9 juli 1926.
G. Otten, ‘De villa-ontwikkeling rond het Mastbos na de Eerste Wereldoorlog en de aanleg van het Montenspark’, Engelbrecht van Nassau 18 (1999) 4, 241-251; de villa werd ontworpen door het lokale bouwbureau J. Korteweg A.C. zn. (Stadsarchief Breda, bouwdossier ow -bw t 1860-324).
De bouwaanvraag dateert van 20 februari 1925 (Stadsarchief Breda, dossier ow -bw t 1866-472); pas enkele weken hiervoor had Joop Ferguson haar kandidaatsexamen gehaald, tegelijk met F.C. Rientsma (zie noot 22).
Foto dGT00137_01 uit het Stedelijk Museum Breda; zie ook Otten 1999 (noot 28); Thomas Ferguson was inmiddels voor korte tijd naar China verhuisd; mededeling van Eric T. Ferguson, zie noot 3. Door ingrijpende verbouwing in 1969, met onder meer de toevoeging van een pannen kap en verwijdering van de glas-in-loodpartijen en luifel, is het oorspronkelijke huis nu vrijwel onherkenbaar In 1932 woonden de Van Everdingens echter al aan Emmalaan 26; Adresboek voor de gemeenten Breda, Ginneken, Princenhage en Teteringen 1932, Breda 1932, 447.
H. Th.[unissen?], ‘Bij een tweetal villa’s van mevr. ir. Van Everdingen-Ferguson’, Klei 23 (1931) 2, 13-21. Tegenwoordig is het adres Englaan 24 en is het woonhuis een gemeentelijk monument.
Voorwaarde bij de op 8 maart 1927 verleende bouwvergunning was dat brandwerend materiaal aan de binnenzijde werd aangebracht; Gemeentearchief Wageningen, Archief Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening, doos 365, bouwdossier 146.
Dank aan de huidige bewoners en aan Nicholas Clarke voor de verstrekte informatie. Net als bij het huis in Breda is de halfronde erker later gewijzigd in een rechthoekige uitbouw.
H. Th.[unissen?] 1931 (noot 32), 13, 15.
‘Uit de Afdeelingen’, Maandblad van de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen 15 (1927) 2, 62 (de inhoud is helaas niet bewaard); ‘Examencommissie voor het afnemen van het voorbereidend en definitief Examen voor Bouwkundig Opzichter b.n.a. in 1929’, Vakblad voor de Bouwbedrijven 25 (1929) 16, 166.
Bevolkingsregister van Huizen 1920-1937, SSAN020.1036.48154, deel 8, folionr. 67.
Het centrum diende aanvankelijk ook voor de loge van de gemengde vrijmetselarij, een afdeling van de Orde van de Ster, de Tafelronde, een genezingsgroep en de World League of Motherhood; A.P. Kooymans-van Rossum, ‘Het Internationaal Theosofisch Centrum te Naarden’, De Omroeper 12 (1999) 3, 87-101; A. Heijbroek, ‘Het Internationaal Theosofisch Centrum in Naarden. Een korte geschiedenis – deel 1’, Theosofia 113 (2012) 1, 29-38.
An., ‘Naarden, ingekomen’, Nieuwe Bussumsche Courant, 23 november 1933, 2; Raadsnotulen; Inventaris Schoonheidscommissie Naarden 1927-1964 (SSAN044, 34.27).
Zie noot 38.
‘Geslaagd’, Nieuwe Bussumsche Courant, 3 september 1932.
De adressering en gemeentegrenzen waren destijds zeer onduidelijk. Het nieuwe adres was toen ook bekend als Valkeveenschelaan 6, Naarden (Bevolkingsregister Naarden-Bussum (B_1918-1937_1510_00145 en 207). Het houten Vasanta-house is later door brand verwoest; mondelinge informatie verkregen bij bezoek aan het itc op 25 augustus 2021. Blijkens vele verhuisberichten in de regionale pers van 1932 tot 1936 was het een komen en gaan van diverse theosofen op Roelofslaan 6, onder wie Paul Boswinkel en Joop Ferguson. Rond 1939 werd het adres gewijzigd in Valkeveenschelaan 19. Hoewel het nabij gelegen Gustav Brieglebhuis (1929, architect Jop van Epen) voor de Stichting Vakantie Kinder-Feest nu geadresseerd is op Roelofslaantje 6 te Naarden, woonden de Boswinkels daar zeker niet; zie ook H. Schaftenaar, ‘De Roelofslaan (Valkeveenselaan) 1838-1922’, De Omroeper 6 (1993) 2, 52-58.
Het adres was Taveernelaan 24C en werd ook wel in Den Dolder gesitueerd; volgens E.T. Ferguson, ‘Toevoeging van Eric’, Fergusonbode 27 (2021) 52, 16, had de naam Sunnyside geen bijzondere betekenis voor zijn vader; zie ook noten 3 en 6.
Volgens de Registratie in het Bevolkingsregister 1933-1935 van Naarden vertrokken zij op 30 december 1935 naar Afrika; interview, 30 november 2020 (noot 6).
Clarke, Fisher en Kuipers 2021 (noot 1).
C.M. Chipkin, Johannesburg Style. Architecture & Society 1880s-1960, Johannesburg 1993; www.artefacts.co.za/empire exhibition (geraadpleegd 15 november 2021).
G.-H. van der Mark, Van Mynkamp tot Metropolis. Die boukuns van Johannesburg 1886-1940, Pretoria 1986; zie ook Chipkin 1993 (noot 46).
Telefonisch interview van de auteur met Noortje Loveday-van Everdingen, 7 december 2020.
G.C. Goodricke, ‘Women in Architecture’, South African Architectural Record 19 (1934), 8, 210-212; Ferguson registreerde zich als Member bij het Transvaal Provincial Institute of Architects en was Fellow van het landelijke Institute of South African Architects; zie ook N.J. Clarke en M.C. Kuipers, ‘Pioneering Female Architects in South Africa’, conference paper for the 17th international do comomo Conference Modern Design:
Social Commitment & Quality of Life, te houden in Valencia, september 2022 (in voorbereiding).
Hij was inmiddels hertrouwd en vestigde zich op 4 oktober 1938 als zanger in Amsterdam (Stadsarchief Amsterdam, Archief nr. 30238 Bevolkingsregister Amsterdam, inv. nr. 106 periode 1939-1960, archiefkaart Paul Boswinkel).
Stakesby Lewis was de derde zoon van John Henry Lewis (1865-1927) en Anna Cecilia Maria Fouché (1867-1952), en een van de vele kleinzonen van John Stakesby Lewis (1838-1898) en Isabella Thorne (overleden in 1898). Stakesby Lewis voegde in 1949 zijn voornaam aan zijn achternaam toe als onderscheid met andere naamgenoten; deze samengestelde achternaam Stakesby-Lewis ging toen ook over op die van zijn echtgenote en in 1953 op die van haar twee inwonende kinderen. Zie voor de aanverwante familiegeschiedenis: P.R.B. Lewis, met medewerking van Daphne Saul, The Story of a drummer boy and his family. A Lewis family history, Johannesburg (ongepubliceerd document) en P. Lewis, Put more into life than you expect to take out, Johannesburg, ongepubliceerd document in de Patrick Lewis Papers collectie, 1949-1987, A1132,
Universiteit van Witwatersrand, Johannesburg; www.wiredspace.wits.ac.za (geraadpleegd 29 oktober 2021). Dank aan Beatrice Sales-Loveday voor inzage van het diploma van Stakesby Lewis.
Zie duplicaat huwelijksdocument ‘South Africa, Civil Marriage Records, 1840-1973’, database, FamilySearch (www.familysearch.org/ark:/61903/1:1:6ZC9-CL XG: 18 March 2021), Stakesby Lewis in entry for Johanna Eleanor Boswinkel, 1938
(geraadpleegd 29 oktober 2021) en voor een afbeelding van het kerkje: C.M. Codd, So Rich a Life, Pretoria 1951, 399.
H.H. Le Roith, ‘Portfolio of Factories and Offices/Washington House 1938’, South African Architectural Record 32 (1947) 1, 10-11; Chipkin 1993 (noot 46), 174-176; het gebouw is inmiddels gesloopt, zie www.artefacts.co.za/Johannesburg/Washington House.
Zij koos dit bouwwerk aan Kerk Street als introducerende, en enige, illustratie van nieuwe architectuur in de Golden City, in: P.S. Lean (red.), 50 Years of Theosophy. The Golden Jubilee of the Johannesburg Lodge, Johannesburg 1949, 12; zie ook Chipkin 1993 (noot 46), 118.
Gegevens gebaseerd op www.theheritageregister.org.za (geraadpleegd 27 januari 2020).
C.L.F. Borckenshagen, ‘Building control’, South African Architectural Record 27 (1942) 4, 92-93, 104-107.
Gegevens gebaseerd op www.theheritageregister.org.za (geraadpleegd 28 januari 2020).
M. Läuferts Le Roux en Judith Muindisi, Knowledge Precinct, Heritage Impact Assessment & Conservation Management Plan, Report Phase 3, Empire-Perth Development Corridor, Johannesburg, ongepubliceerd rapport tsica, 26 mei 2016, 51 en 54; met dank aan Monika Läuferts voor de afbeelding.
Zij kwam over na voltooiing van haar conservatoriumstudie in Utrecht; interview met Noortje Loveday-van Everdingen, Camberley, 23 oktober 2021.
Interview 7 december 2020 (noot 4).
Opdrachtgever was W. Samuel; www.theheritageregister.org.za (geraadpleegd 28 januari 2020).
Gegevens gebaseerd op www.theheritageregister.org.za en veldwerk in februari 2020.
K. Gurney, August House is dead, long live August House! The Story of a Johannesburg atelier, Johannesburg 2017; www.theheritageregister.org.za (geraadpleegd 28 januari 2020); het kunstwerk aan de buitenzijde is van R1, aan wie mijn dank voor de foto; interview 7 december 2020 (noot 4).
J.G. Wattjes, Constructie van gebouwen. Derde deel. Vloeren, plafonds, gewelven en trappen, Amsterdam 1926, 158-160.
M.C. Kuipers, Van Nellefabriek Rotterdam. Wereldmonument van een wereldhaven, Rotterdam 2017.
De Steel & Barnett furniture factory aan President Street; zie www.artefacts. familyco.za/harry_le_roith (geraadpleegd 25 januari 2022) en noot 53.
www.theheritageregister.org.za (geraadpleegd 28 januari 2020); interview 7 december 2020 (noot 48); beide gebouwen zijn inmiddels herbestemd voor wonen en herdoopt tot respectievelijk Lethabong Mansions en Ilanga House in het nu hippe Fashion District;
www.jhc.co.za en www.afhco.co.za (geraadpleegd 16 december 2021).
Dank aan kleinzoon Gary S. Shaw, die het certificaat in bezit heeft en mij een afbeelding hiervan stuurde.
‘Notes and news’, South African Architectural Record 33 (1948) 2, 49; www.artefacts.co.za/sayce (geraadpleegd 11 januari 2020).
Wanneer zij precies lid is geworden, viel ondanks intensieve naspeuringen niet te achterhalen.
‘Aan het Nederlandsche Volk!’ Maçonniek Weekblad 9 (1899) 10, 156-159.
J.H. Ferguson, The international conference of the Hague, a plea for peace in social evolution, Den Haag 1899; idem, The Philosophy of Civilization. A Sociological Study, Londen/Den Haag/Hongkong, 1890; dank aan Noortje Loveday-Ferguson voor inzage in het bewaarde
exemplaar in familiebezit; idem, Het kenvermogen van het medegevoel, het instinct van den mensch, verklarende het verband der natuurkrachten met de in den mensch gestelde geestesverwerking, voor de wetenschappelijke beschouwing van het idealisme, het spiritisme en aanverwante voorstellingen in verband met galvanisme, magnetisme, elektriciteit en andere etherische stroomen, tusschen persoonlijke menschelijke geesten met lichamen daarbuiten, onderling, ’s-Gravenhage 1907; zie ook Bruns (noot 4) en www.humanitarisme.nl
(geraadpleegd 10 november 2021).
Van 1931 tot 1939 was hij bijzonder hoogleraar Chinese taal- en letterkunde aan de Universiteit te Utrecht; interview door auteur en Nicholas Clarke met Eric en Monica Ferguson en Elsa Berentzen-Ferguson, Zeist, 11 februari 2022.
‘Werkzaamheden. Theosofische Verg. Ned. Afdeelingen’, De Theosophische Beweging waarin opgenomen ‘Theosophia’ 28 (1932) 6, 280.
Van der Leeuw zou in augustus 1934 omkomen door een ongeluk met zijn vliegtuig in Afrika, nadat hij in Johannesburg een lezing had gegeven over ‘de ziel van de mens in de eeuw van de machine’; J. Verbruggen, ‘Herinnering aan dr. J.J. van der Leeuw’, Theosophia 42 (1934) 11, 309-310; Kruisheer volgde Van der Leeuw in maart 1932 op en logeerde later regelmatig bij de Stakesby-Lewises, evenals Clara Codd, interview 7 december 2020 (noot 48).
De naam Ferguson komt niet voor in het (onvolledig bewaarde) archief van de Theosofische Vereniging te Amsterdam en evenmin in M. Bax, Het web der schepping. Theosofie en kunst van Lauwe-riks tot Mondriaan, Amsterdam 2006. In 1925, toen Joop Ferguson haar eerste huis bouwde, was de theosofische architect K.P.C. de Bazel (1869-1923) al overleden, maar was diens NHM-gebouw te Amsterdam nog niet voltooid; vergelijk M. Bax, K.P.C. de Bazel (1869-1923), vormgever van een nieuwe wereld, Amersfoort/Brugge 2007.
J.E. Ferguson, ‘Note of the Month: More Beauty’, St Michaels News 2 (1934) 10-11, 161.
Zij had de muziek gecomponeerd op een tekst van Annie Besant en toonzette ook andere theosofische teksten; mondelinge informatie van Noortje Lovedayvan Everdingen en Beatrice Sales-Loveday, Camberley, 23 oktober 2021.
J.E. Stakesby-Lewis, ‘The Hidden Side of Music’, The American Theosophist, official organ of the Theosophical Society in America 29 (1941) 4, 78-79, 82; idem, ‘Creative Living’, The Theosophist, a monthly journal devoted to oriental philosophy, art, literature and occultism 68 (november
, 117-121; idem, ‘The Magic Power of the Future’, The Theosophist 69 (april 1948), 39-45.
C.M. Codd, ‘The T.S. in South Africa’, Sixty-Fourth Annual General Report of the Theosophical Society 1939, Adyar 1940, 84; Lean 1949 (noot 54), ongenummerde afbeelding achterin. Of de onderverdeling van de raam- en deurpartijen was ingegeven door de theosofische getallensymboliek is niet zeker.
J.E. Stakesby-Lewis, ‘From the National President’, The Link, official organ of the Theosophical Society in Southern Africa 41 (1952) 1, 102-105; idem, ‘Southern Africa’, Seventy-Seventh Annual General Report of the Theosophical Society 1952, Adyar 1953, 49.
Zie de jaarlijkse verslagen in The Link van 1949, 1950 en 1951.
C.M. Codd, So Rich a Life, Pretoria 1951, 396-402; C.M. Codd, Letter 39, Johannesburg december-januari 1951-1952, www.theosophy.wiki/clara_codd_letters (geraadpleegd 24 mei 2021).
J.E. Stakesby-Lewis, ‘Southern Africa’, Sixty-Seventh Annual General Report of the Theosophical Society 1951, Adyar 1952, 49; idem, ‘Southern Africa’ (noot 82).
J.E. Stakesby-Lewis (red.), Harvest. An Anthology of Lectures Delivered in South Africa, Johannesburg 1953; deze lezing, eerst gehouden bij de Double-Diamond Jubilee International Convention in het internationale hoofdkwartier van de Theosophical Society in Adyar (1951), is later in verschillende tijdschriften herdrukt.
‘Change of Address’, South African Architectural Record 39 (1954) 12, 43.
Mondelinge informatie van Noortje Loveday-van Everdingen, Camberley, 23 oktober 2021; J.E. Stakesby-Lewis, Claim for Registration as a Voter at Elections for the Legislative Assembly (document 31-5-1958), Zimbabwe, Voter Registration, 1938-1973; www.familycosearch.org/ark:/61903/1:1:687N-NFC M: 20 August 2021, Johanna Eleanor Stakesby-Lewis, 1958 (geraadpleegd 29 oktober 2021).
S. Stakesby-Lewis, Claim for Registration as a Voter at Elections for the Legislative Assembly (document 31-5-1958), Zimbabwe, Voter Registration, 1938-1973; www.familysearch.org/ark:/61903/1: 1:68HB-CVTS : 9 September 2021, Stakesby Stakesby-Lewis, 1958 (geraadpleegd 29 oktober 2021).
M.G. Patterson, ‘Southern Africa’, Eighty-Sixth Annual General Report of the Theosophical Society 1961, Adyar 1962, 55-56.
De aankoop was mede gefinancierd vanuit het itc te Naarden; zie Heijbroek 2012 (noot 38).
J.E. Stakesby-Lewis, ‘Inauguration of Extensions at Tekels Park’, The Theosophical Journal 2 (september-oktober 1961), 20. nb Het guesthouse is medio 2021 gesloopt om plaats te maken voor villa’s.
Dit huis is enkele jaren geleden vervangen door een grote villa in retrostijl. In 1969-1970 was Eleanor Stakesby-Lewis National Executive van de Engelse sectie van de Theosophical Society en Stakesby was in 1965-1974 priester van de Liberal Catholic Church; interview 23 oktober 2021, zie noot 87.
Hierbij veel dank aan Noortje Lovedayvan Everdingen voor de verleende gastvrijheid en uitvoerige inlichtingen bij het bezoek van de auteur en Nicholas Clarke aan Tekels Park op 23 en 24 oktober 2021.
Documentatie bewaard door Noortje Loveday-van Everdingen, met dank voor de inzage; dit huis bestaat nog.
Zie Smeets-Klokgieters 2017 (noot 2) en idem, ‘De eerste architecten-echtparen van Nederland: vrouwen op eigen kracht?’, Bulletin KNOB 120 (2021) 3, 20-38; C. Franchini en E. Garda (red.), MoMoWo. Women’s Creativity since the Modern Movement. An European Cultural Heritage, Turijn 2018.
Published
How to Cite
Issue
Section
Articles
License
Copyright (c) 2022 Marieke Kuipers
This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.