Large-Scale Construction in a Historical Context
The Long Road to New Premises for the Tweede Kamer
DOI:
https://doi.org/10.48003/knob.121.2022.4.771Downloads
Abstract
The new, enlarged premises for the Tweede Kamer (Lower House) took shape between 1970 and 1992. The key issue was how to integrate this huge complex with the historic Binnenhof. This article describes the design process, the underlying ideas, and the outcome.
In 1975 an open architectural competition was organized for the building’s design. The task was to house the Tweede Kamer in accordance with a detailed brief and to insert the resulting complex with utmost sensitivity into the Binnenhof heritage site. The jury concluded that none of the submitted designs met these requirements. OMA’s design did, however, spark debate. It broke open the buildings around the Binnenhof and placed the new-build next to the thirteenth-century Ridderzaal (Knights’ Hall). The sheer radicality of the intervention appalled the jury. In the wake of the failed competition, three architects were invited to submit designs. Once again, the designs were deemed unsatisfactory, and the parameters were revised. The panel of judges felt Pi de Bruijn had best understood the nature of the task. In 1980 he was appointed architect.
Crucial to the eventual outcome was a recommendation from the Rijksdienst voor de Monumentenzorg (Government Department for the Preservation of Historic Buildings) to the effect that the urban design structure should be meticulously preserved. The newbuild shouldonly be visible on Het Plein and on the Hofplaats-Lange Poten corner. A major consideration was how to conjure a coherent parliament building out of the mix of old and new. De Bruijn strove for clarity and legibility. He conceived the new section as both a central hall in the Tweede Kamer and a public passagewayin the city: a public route as an expression of the transparency and proximity of the parliament vis-á-vis citizens. Architecturally he aimed for an impression of calm and a clearly laid-out hall that would radiate unity and coherence. In the materialization this was achieved through the use of granite for the floors and the internal and external elevations.
Even before the opening, the Chairman of the Parliament had decided against making the building publicly accessible; the central hall became part of the interior. The ambition to make the Tweede Kamer open and accessible came to naught and from the outside the complex looked like an impenetrable fortress. The question of what constituted a dignified centre of government and what architectural expression that entailed was never posed. Instead, the focus was on functionality, integration with the heritage context, connecting old and new, rendering the business of politics visible and striving for simplicity and calm. This manifested as a taut new-build volume slotted in between the existing buildings. Against the simplicity of the grand gesture, there is the disorderly connection with which the new building lands on the anything but simple and unambiguous converse of the surrounding historical buildings.
References
SteenhuisMeurs, Buitenruimtes op en rondom het Binnenhof, cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Paterswolde/Rotterdam 2019, 47-49. Zie ook de artikelen van Mark van Gend en Ester Vink in dit themanummer.
P. Meurs, De moderne historische stad. Ontwerpen voor vernieuwing en behoud, 1883-1940, Rotterdam 2000, 380-391.
SteenhuisMeurs, Tweede Kamercomplex, nieuwbouw gebouw N, cultuurhistorische waardestelling, Paterswolde/Rotterdam 2019.
www.icomos.org/en/and/169-the-declaration-of-amsterdam (geraadpleegd op 24 augustus 2022).
SteenhuisMeurs, Witte Singel Doelencomplex Leiden, cultuurhistorisch onderzoek en analyse, Paterswolde/Schiedam 2015, 21.
R. Brouwers, De volksvertegenwoordiging en het architectenvolk. Prijsvraag uitbreiding Tweede Kamer – een wedstrijd die voortijdig eindigde, Den Haag 1978, 11.
Brouwers 1978 (noot 6), 16.
Brouwers 1978 (noot 6), 14.
R. Geurtsen, M. de Hoog en K. Thielen, ‘Over Zoeklicht, Eigenwijs metafoortje en de Hulk, discussiebijdrage met accent op het stadsontwerp. Er waren eens drie architecten…’, Wonen-TA/BK 1980, nr. 3, 32-34.
‘Leger architecten grijpt naast plan Kameruitbreiding’, De Telegraaf, 3 juni 1978.
Brouwers 1978 (noot 6), 21.
I. Salomons, ‘Analyse van een mislukte prijsvraag’, Het Parool, 28 september 1978.
C. Zwinkels, ‘Koolhaas’ ontwerp voor uitbreiding van de Tweede Kamer’, de Architect 1980, nr. 5, 53.
M. van Rooy, ‘De democratische ruggegraat. De nieuwe Tweede Kamer van Pi de Bruijn’, NRC Handelsblad, 24 april 1992.
Brouwers 1978 (noot 6), 14.
F. Strauven, Aldo van Eyck. Relativiteit en verbeelding, Amsterdam 1994, 536-541.
A. Oosterman, Arie Hagoort, architect, Rotterdam 1991.
Architext, ‘Pi de Bruijn, beeldreportage’, de Architect 1980, nr. 5, 116.
R. Brouwers, ‘Ingrijpend bouwproject in de Haagse binnenstad tekent zich af’, Wonen-TA/BK 1980, nr. 3, 15. Overigens stelde De Bruijn dat hij werd geselecteerd als vervanger van Aldo van Eyck; interview met De Bruijn, 13 juli 2018.
Telefonisch interview met Edzard Luursema, 9 januari 2019.
De leden waren de architecten Johan Arie van den Berg en Flip Rosdorff.
P.B. de Bruijn, ‘Fragmenten uit de toelichting op de meervoudige opdracht’, Wonen TABK 1980 3, 19.
J.A. van den Berg, W.G. Quist en Ph. Rosdorff, Meervoudige opdracht uitbreiding Tweede Kamer, Rapport van de beoordelingscommissie, Den Haag juni 1980, Het Nieuwe Instituut (HNI), BRUIJ 422, 30.¬
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Rapport inzake uitbreidingsplannen Tweede Kamer te ’s Gravenhage, april 1980, in: Van den Berg, Quist en Rosdorff 1980 (noot 23), bijlage B, 5-6.
Gemeente Den Haag, college van Burgemeester en Wethouders, Uitbreiding Tweede Kamer, 4 juli 1980, in: Van den Berg, Quist en Rosdorff 1980 (noot 23), bijlage C, 6.
Van den Berg, Quist en Rosdorff 1980 (noot 23), 32.
Van den Berg, Quist en Rosdorff 1980 (noot 23), 31.
C. Zwinkels, ‘Uitbreiding Tweede Kamer komt naderbij, Pi de Bruijn uitverkoren architect’, de Architect 1980, nr. 10, 111.
Zwinkels 1980 (noot 28), 112.
Ministerie VRO, ‘Architectenkeuze en verdere procedure’, persbericht 8 september 1980 (HNI, BRUI 398).
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 1980 (noot 24), bijlage (advies aan Rijksgebouwendienst, 12 april 1979)
HNI, BRUI, 0384.
Verslag bespreking met RDMZ, gemeente Den Haag en Architect over de Tweede Kamer, 28 januari 1981 (Haags Gemeentearchief BNR 828, 5187).
Verslag bespreking 1981 (noot 33).
Rijksgebouwendienst, Nieuw- en verbouw Tweede Kamer der Staten Generaal, resultaat van het onderzoek Programma van Eisen, Den Haag 1 juli 1981.
Rijksgebouwendienst, Onderzoeksfase nieuw- en verbouw Tweede Kamer, Resultaat van het onderzoek nieuw- en verbouw Tweede Kamer, met bijlagen, Den Haag 17 juli 1981 (Haags Gemeentearchief, 828, 5181-5184).
J. Koelewijn, ‘De democratie in een andere huls’, Vrij Nederland, 8 februari 1992, 32.
Tweede Kamer, afd. Voorlichting en Public Relations en directie Voorlichting en Externe Betrekkingen van VROM, Nieuw- en verbouw van de Tweede Kamer (brochure), 1989.
Koelewijn 1992 (noot 37), 35.
‘Interview met Pi de Bruijn, de inversie doorbroken’, Glas in Beeld 1991, nr. 4, 4-6.
Koelewijn 1992 (noot 37), 33-35.
P.B. de Bruijn, ‘Pleidooi voor een laatste stap’, in: RGd, Tweede Kamer, van doolhof naar eenheid, Den Haag 1996, 50-55.
R. Kouffeld, A. van Paassen en G. Perquin, ‘Broeikas wordt lobby, klimaat statenhal verbeterd’, Bouw 53 (1998) 4, 12-15.
Published
How to Cite
Issue
Section
Articles
License
Copyright (c) 2022 Paul Meurs
This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.