Tanken in de stad

De typologische ontwikkeling van service-en benzinestations in Antwerpen, 1945-1975

Auteurs

  • Thomas Vanhaute

DOI:

https://doi.org/10.48003/knob.122.2023.1.777

##submission.downloads##

Samenvatting

De wereldwijde automobielindustrie bevindt zich de laatste jaren in de grootste omwenteling sinds haar ontstaan, nu zo’n honderd jaar geleden. De nog lopende omschakeling van aandrijving door fossiele brandstoffen naar een elektrische krachtbron luidt het einde van een tijdperk in. Deze revolutie is een goede aanleiding om terug te kijken op honderd jaar rijden op benzine– en de bijbehorende service-architectuur. In dit kader geeft Thomas Vanhaute een representatief overzicht van de ontwikkeling van straatpomp naar selfservice station in Antwerpen en de directe omgeving in de periode 1945 tot en met 1975. Het is een beknopte weergave van een architectuurhistorisch onderzoek op basis van meer dan 200 bouwaanvragen en milieuvergunningen uit het Stadsarchief van Antwerpen waarin een aantal parameters van naderbij bekeken en geanalyseerd werden. Hierdoor was het mogelijk om ontwikkelingslijnen van de naoorlogse service- en benzinestations bloot te leggen en vervolgens te duiden in het licht van de socio-economische en stedenbouwkundige situatie en transformaties in en rond de stad. Door het historisch onderzoek te koppelen aan actueel in situ-onderzoek, konden bovendien de nog bestaande restanten van deze structuur opgespoord en voor herwaardering en bescherming aangemerkt worden.

Biografie auteur

Thomas Vanhaute

Vanhaute MA behaalde een Master in de Erfgoedstudies aan de Universiteit Antwerpen. Hij specialiseerde zich in bouwkundig erfgoed en is met name geïnteresseerd in de toegepaste architectuur van de twintigste eeuw. Vanhaute werkt als zelfstandig bouwproef historicus en erfgoedconsulent en is als onderzoeker verbonden aan de faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen. (info@bouwhistorie.eu)

Referenties

Dit artikel is gebaseerd op onderzoek dat ik verrichtte in het kader van mijn masterscriptie, onder begeleiding van prof. dr. Inge Bertels en dr. Joeri Januarius: ‘Station to Station. An architectural-historical analysis of the Antwerp service- and filling stations, 1945-1975’, Universiteit Antwerpen, 2022.

E. Foner en J.A. Garraty (red.), The Reader’s companion to American history, Boston 1991.

P.J. Hugill, ‘Good roads and the automobile in the United States 1880-1929’, Geographical Review 72 (1982) 3, 327–349.

M. Hubert, ‘Expo ’58 en “Koning Auto”. Welke toekomst voor de grote wegeninfrastructuur in Brussel ?’, Brussels Studies 22 (2008), 1; https://journals.openedition.org/brussels/624.

Hubert 2008 (noot 3), 319.

A. Jakle en D. Sculle, The gas station in America, Baltimore 1994, 146.

Stadsarchief Antwerpen (SAA ), bouwdossiers 956#4805 en SAA bouwdossier 956#4815.

Jakle en Sculle 1994 (noot 5).

S. De Caignie, Bouwen aan een nieuwe thuis. Wooncultuur in Vlaanderen tijdens het interbellum, Leuven 2010, 116.

R. Vahlefeld en J. Friedrich, Garagenund Tankstellenbau. Anlage, Bau, Ausstattung, München 1953.

Gazet Van Antwerpen, 25 juli 1973, 20.

SAA, bouwdossier 103#3238.

SAA, bouwdossier 103#3238.

SAA, bouwdossier 103#3536.

De claustra-techniek werd oorspronkelijk gebruikt ter ventilatie van Romeinse badhuizen. Later gebruikten de Moren in Spanje in de achtste tot en met de twaalfde eeuw geometrisch opengewerkte marmer-, gips- of terracotta elementen als zonnescherm. Een zeldzaam vroege twintigste-eeuwse toepassing vinden we in de Notre- Dame de Raincy van architect Auguste Perret (1923).

SAA, bouwdossier 802#6881.

SAA, bouwdossier 957#2141.

N. Grande, ‘The Baghdad Affair. How diplomacy supplanted one of the last major projects by Le Corbusier’, paper gepresenteerd op congres ‘Le Corbusier. 50 years later’, Valencia, November 2015; dx.doi.org/10.4995/LC2015.2015.645.

Bijna elk nieuw servicestation in de stad werd met foto in de lokale pers vermeld.

J. Van den Broeck e.a., Antwerpen herwonnen stad? 1940-2012, Brugge 2015, 163.

P. Lombaerde, P. ‘Architectuur, stedebouw en verkeer’, in: Genootschap voor Antwerpse Geschiedenis, Antwerpen in de 20e eeuw. Van Belle Epoque tot Golden Sixties, Brasschaat 2008,

-234, 233.

E. Katsoulis, De erfenis van de harde stadsvernieuwing na WO II, masterproef Rijksuniversiteit Gent, 2016, 22.

J. Hertoghs, ‘De jukebox van de weg. De teloorgang van de tankstations (1)’, Humo 4005/24 (2017), 141.

SAA, bouwdossier 180#3666.

SAA, dossier 956#4782: briefwisseling tussen architect J.R. Bossaerts en het gemeentebestuur van Berchem, september 1946.

Lombaerde 2008 (noot 20), 213.

Archief ExxonMobil, Rotterdam, 47: Handleiding voor Service- en Fillings Stations, uitgave van de Standard Amerikaansche Petroleum Comp. N.V., gebouw ‘Petrolea’ Den Haag, [1947].

SAA, bouwdossier 18#56233. L.on Palm ontwikkelde samen met architect Willy Van Der Meeren (1923-2002) in 1954 het EGKS-huis, vernoemd naar de opdrachtgever, de Europese Gemeenschap

voor Kolen en Staal (EGKS); Agentschap Onroerend Erfgoed 2022: Wooncomplex met architectenwoning

Willy Van Der Meeren, id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201211 (10 maart 2022).

‘Voordelig tanken met zelfbediening: Gulf Express Centers’, Gazet van Antwerpen, 27 januari 1976, 10.

SAA, bouwdossier 103#2036.

Onafhankelijke pomphouders zijn niet contractueel verplicht om bij één petroleummaatschappij een minimale hoeveelheid brandstof voor een bepaald prijsniveau aan te kopen, maar bevoorraden zich op de vrije markt.

Artikel 5.6.2.1.1. paragraaf 2 van Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.

Stad in Cijfers, databank. Woningen volgens bouwjaar, stadincijfers.antwerpen.be/databank/ (10 maart 2022).

Gepubliceerd

2023-03-10

Citeerhulp

Vanhaute, T. (2023). Tanken in de stad: De typologische ontwikkeling van service-en benzinestations in Antwerpen, 1945-1975. Bulletin KNOB, 122(1), 35–49. https://doi.org/10.48003/knob.122.2023.1.777

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##