Marges van de bouwhistorie

Auteurs

  • Ronald Stenvert

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.109.2010.4.130

##submission.downloads##

Samenvatting

Although a considerable percentage of the practising building historians have an academic background, the origin of building history lies in the practical preservation of monuments and historic buildings. The listing of thousands of houses around 1975 gave a strong impulse to the then new discipline. Around 1990 building history completed its pioneering phase. ‘Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek’ (guidelines for building- historical research) created a framework for practicable research reports for the purpose of restoration.

Because of social developments this discipline – which was initially strongly focused on the Middle Ages – had to widen its scope within a brief period of time. In the first instance the more recent building history from the period 1850-1940 was added. As regards the question whether the same or an adjusted method had to be adopted for it, it is argued here that the research method is not essentially different, despite the fact that the quantity and type of additional information on each building has strongly increased, if the building in its present appearance remains the central point of interest.

Recently the field of research was further extended with, in the first place, more attention for the context of the building and, in the second place, greater focus on more extensive, frequently urban areas where research is taking place into the building-historical values still to be expected, which is to result in a value map.

Biografie auteur

Ronald Stenvert

Dr. ing. Ronald Stenvert studeerde Bouwkunde aan de HTS te Zwolle en Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht waar hij in 1991 promoveerde. In 1995 was hij medeoprichter van het Bureau voor Bouwhistorie en Architectuur geschiedenis (BBA) te Utrecht. Hij was auteur van boeken over bouwstijlen, bouwhistorie, en architectenbureaus en had een belangrijk aandeel in de serie Monumenten in Nederland (1995-2006).

Referenties

Rob Dettingmeijer, ‘Marges aan de Oudegracht: Obstakels bij de ontwikkeling van een integraal stedelijk beleid voor architectuur en stedebouw’, Archis (1990) 8, 24-31.

G. van Tussenbroek (red.), Bouwhistorie in Nederland: Kennis en bescherming van gebouwen, Utrecht 2000.

Mede door dit ‘lost in translation’ is in Nederland de bouwhistorie geen onderdeel van de Malta-wetgeving geworden.

Koos Steehouwer, ‘Nijmegen Grotestraat: het demasqué der façades’, in: Monumenten en bouwhistorie, Zwolle/Zeist 1996, 266-273.

R. Meischke en G. Berends. ‘Straten en huizen in het Bergkwartier; Zes eeuwen historie’, in: H.M. Goudappel e.a., Tien jaren stadsherstel: Bergkwartier Deventer 1967-1977, Deventer 1978, 69-93.

H. Janse, Houten kappen in Nederland 1000-1940, Delft 1989.

Van Tussenbroek 2000.

Leidraad voor praktijkgericht bouwhistorisch onderzoek, Zeist 1995 (rdmz info: architectuur en stedenbouw).

Leo Hendriks en Jan van der Hoeve, Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek: Lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, Den Haag 2009.

Ronald Stenvert, ‘Certificering: Naar een nieuwe richtlijn’, Nieuwsbrief SBN (2008) 44, 24-29.

Gezamenlijke Erkenningsregeling Architecten werkzaam in de Restauratie ‘GEAR’, Den Haag 2005, 3.

Rob Dettingmeijer, Antwoorden op de Leegten, Utrecht 1976.

Met Preservation technology dossiers, over onder meer: ‘Curtain Wall Refurbishment’, ‘Stone Cladding’, vensters en hout- en betonconstructies en kleur.

Dit in de terminologie van de Rijksgebouwendienst die deze kleurcodering gebruikt voor het zogeheten demarcatieonderzoek ten behoeve van het dagelijks onderhoud van monumenten. Rijksgebouwendienst, Memo Handleiding demarcatieonderzoek, Den Haag 2010.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg, Den Haag 2009.

F. Keverling Buisman (red.), Hackfort: Huis & landgoed, Utrecht 1998.

Leon van Meijel en Freek Mulder, Strijp S – Ruimtelijke en architectuurhistorische verkenning, Nijmegen 2008; S. Stroux e.a., Transformatie van de hoge rug: Eindrapportage deelstudie Strijp-S in opdracht van Park Strijp Beheer, Delft ® MIT 2009.

Ronald Stenvert, ‘Enkhuizen: Morphologie einer schrumpfender vormoderner Stadt’, AHF-congress 2010, Amsterdam 2010 (in voorbereiding).

W.A. van Es e.a. (red.), Het bodemarchief bedreigd: Archeologie en planologie in de binnensteden van Nederland, Amersfoort/’s-Gravenhage 1982.

R.C.G.M. Lauwerier en R.M. Lotte (red.), Archeologiebalans 2002: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort 2002.

In die zin wordt door de SBN gewerkt aan een beleidsplan 2010-2014 en door de Bond van Nederlandse Bouwhistorici i.o. aan een systeem van kwaliteitszorg.

Op een goed bedoelde, maar wat onsamenhangende, poging na. Bert van Bommel, Bouwhistorie als wetenschap: Over toegepast bouwhistorisch onderzoek, Den Haag 2008.

Gepubliceerd

2010-08-01

Citeerhulp

Stenvert, R. (2010). Marges van de bouwhistorie. Bulletin KNOB, 109(4), 124–129. https://doi.org/10.7480/knob.109.2010.4.130

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##