Pieter Bakker Schut (1877-1952), manager in stedenbouw

Auteurs

  • Yvonne van Mil

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.116.2017.4.1895

##submission.downloads##

Samenvatting

It is impossible to study the history of Dutch public housing and urban planning in the twentieth century without repeatedly coming across the name Pieter Bakker Schut. From 1904 onwards, he was chairman of the Sociaal-Technische Vereeniging van Democratische Ingenieurs en Architecten (STV, Social-Technical Society of Democratic Engineers and Architects) and from 1918 a member of the board of the Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting (NIV, Netherlands Institute of Housing). In that same year he was appointed director of the Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting (DSV, Department of Urban Planning and Public Housing) in The Hague. In this capacity he was directly involved in the problems of this, by Dutch standards, big city, which was also the fastest growing city in the Randstad urban cluster in the first half of the twentieth century.

Unlike many of his contemporary directors of municipal urban planning departments, he was neither a designer nor an academic. His career unfolded at the interface between practical work and the systematization and professionalization of urban planning as an autonomous discipline. His role in this period of transition was one of directing and inspiring. As such, Bakker Schut’s main significance for Dutch urban planning lies in what much later came to be regarded as a form of management. In effect, he anticipated a way of working that only gradually became common practice in Dutch urban planning after the Second World War.

Recent decades have seen the publication of detailed studies of several urban planners and researchers, such as the biographies of T.K. Van Lohuizen (Arnold van der Valk, 1990), C. van Eesteren (Vincent van Rossem, 1993) and W.G. Witteveen (Noor Mens, 2007). Although more than one publication mentions Pieter Bakker Schut as an influential figure, he has never been the focus of a study. Despite his forward-looking approach, Bakker Schut’s influence on Dutch urban planning has yet to receive the attention it deserves.

This article examines Bakker Schut’s career as a manager in urban planning. The emphasis is on the positions he held in the aforementioned bodies and his contributions to the main themes of the Woningwet (National Housing Act): public housing (1901), urban planning (1921) and regional planning (1931). The aim of this biographical sketch is to draw attention to a neglected aspect of the evolution of Dutch urban planning, and at the same time provide the initial impetus for further research into Bakker Schut. It is at any rate clear from this sketch that his extensive body of work and the offices he held during his career merit such a study. So too the career and work of his son, Frits Bakker Schut, who continued in his father’s footsteps and has likewise yet to be the subject of a study.

Referenties

Bijvoorbeeld in: P. de Ruijter, Voor volkshuisvesting en stedebouw. Voorgeschiedenis oprichting en programma van het Nederlands Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw 1850-1940, Utrecht 1987; N. de Vreeze, Woningbouw, inspiratie & ambitie. Kwalitatieve grondslagen van de sociale woningbouw in Nederland, Amsterdam 1993; H. van der Cammen en L. de Klerk, Ruimtelijke ordening van grachtengordel tot Vinex-wijk, Houten 2008; C. Wagenaar, Town Planning in the Netherlands since 1800. Responses to Enlightenment Ideas and Geopolitical Realities, Rotterdam 2011.

Over ontwerpers of wetenschappers in de stedenbouw zijn in de afgelopen decennia veel publicaties verschenen, zoals de biografieën van Th. K. van Lohuizen uit 1990 door Arnold van der Valk, van C. van Eesteren uit 1993 door Vincent van Rossem, en die van W.G. Witteveen uit 2007 door Noor Mens. Naar managers in stedenbouw is tot op heden nog weinig onderzoek gedaan.

http://resources.huygens.knaw.nl/retroboeken/ persoonlijkheden (geraadpleegd 8 juni 2017).

Pekelharing is nooit lid geweest van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP), zie E.W.A Henssen, Het Corps als koninkrijk. 150 jaar Delftsche studenten Corps, Hilversum 1998, 74.

H. Lintsen, ‘De Delftse Polytechnische School als bakermat van socialisme 1900-1925’, in: J. Bank, M. Ros en B. Tromp (red.), Links Klassiek. Het Tweede jaarboek voor het democratisch socialisme, Amsterdam 1980, 85-86.

Henssen 1998 (noot 4), 74.

De aanname over de politieke betrokkenheid van Bakker Schut is gebaseerd op contact dat de auteur in 2012 had met de kleindochter van Pieter Bakker Schut, Sonja van der Gaast-Bakker Schut. Zij benadrukte dat haar grootvader geen fanatieke partijman was. Zij was zelf wel actief lid van een politieke partij en had dus enige kennis van partijpolitiek. Bakker Schut wordt daarnaast nauwelijks genoemd in publicaties over de SDAP en Albarda. Wanneer en waar Bakker Schut zich precies als lid heeft ingeschreven, moet nog worden uitgezocht.

N.W. Nachenius, Bijdrage tot de kennis van den stedenbouw: eene populaire studie, Haarlem 1880.

De Vreeze 1993 (noot 1), 129.

De Vreeze 1993 (noot 1), 130 en P. Bakker Schut en D. van Blom, Prae-adviezen over de vragen: welke economische beginselen moeten van overheidswege worden gevolgd ten aanzien van de Volkshuisvesting? Geven de huidige omstandigheden aanleiding tot maatregelen, die op ten duur niet moeten worden gehandhaafd, doch wenschelijk zijn om in den woningnood van het oogenblik te voorzien?, ’s-Gravenhage 1919, 6.

Bakker Schut en Van Blom 1919 (noot 10), 6-7.

A. van der Valk, Amsterdam in aanleg. Planvorming en dagelijks handelen 1850- 1900, Amsterdam 1989, 493.

Lintsen 1980 (noot 5), 89 en 92.

Het archief van de STV bevindt zich in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De statuten van d e vereniging bevinden zich niet in het archief. De doelstellingen van de STV werden gepubliceerd in De Ingenieur 19 (1904), 584.

P. Bakker Schut, ‘Ambtenaren ter uitvoering der sociale wetgeving’, De Kroniek 9 (1903) 461, 338. Het jaartal 1874 markeert het begin van de sociale wetgeving in Nederland.

P. Bakker Schut e.a., Adres der Sociaal- Technische Vereeniging van Demokratische Ingenieurs en Architecten: Wetsontwerp Hooger Onderwijs, januari 1905.

Sociaal-Technische Vereeniging van Democratische Ingenieurs en Architecten, Adres in zake herziening der Woningwet, Rotterdam 1907.

Sociaal-Technische Vereeniging van Democratische Ingenieurs en Architecten, Herziening der Woningwet, Amsterdam 1912.

De Ruijter 1987 (noot 1), 223-226 en 231.

Van der Valk 1989 (noot 12), 488-491.

P. Bakker Schut e.a., Rapport over de herziening van de artikelen 27 en 28 der Woningwet (bouwverbod en uitbreidingsplan), Amsterdam 1919, 51-55.

P.H. Hubregtse, ‘In Memoriam Ir P. Bakker Schut’, Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw 33 (1952) 11, 4.

Bakker Schut was tevens lid van de Stedenbouwkundige raad van het NIVS , gedelegeerd lid van het Bestuur van de Stichting Centraal Woningbeheer; commissaris van de N.V. Haagse Bouwmaatschappij (HABO); commissaris van de N.V. Ockenburg; commissaris van de N.V. Meer en Bosch; lid van de Rijkscommissie van Overleg voor de Wegen; lid van de Wegencommissie van de ANWB. en president-commissaris van de Onderlinge Brandverzekering Maatschappij Neerlandia.

Redactie, ‘Overlijden Ir. P. Bakker Schut’, Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw 33 (1952) 11, 149.

Internationaal Stedebouwcongres Amsterdam 1924. Deel I. Preadviezen, Amsterdam 1924, 185-215.

Y. van Mil, ‘Het Gewestelijk plan Zuid-Holland-West en de opkomst van de regionale planning in Nederland’, Historisch Geografisch Tijdschrift 33 (2015) 2, 78.

F. Bakker Schut, Industrie en woningbouw. Een technisch-economische beschouwing over bemoeiingen van de industrie met arbeiderswoningbouw, Assen 1933.

P. Bakker Schut en F. Bakker Schut, Planologie, van uitbreidingsplan over streekplan naar Nationaal Plan, Gorinchem 1944.

P. Bakker Schut, ‘Bouw en exploitatie der gemeentewoningen te ’s-Gravenhage’, Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw 10 (1929) 4, 66.

Bakker Schut 1929 (noot 29).

L. Oorschot, Conflicten over Haagse stadsbeelden. Van Willempark tot Spuiforum, Delft 2014, 219 en 235.

P. Bakker Schut, De bevolkingsbeweging in Nederland en in het bijzonder te ’s-Gravenhage, Alphen aan den Rijn 1933, 29-41; P. Bakker Schut, De volkshuisvesting te ’s-Gravenhage 1914-1939, Alphen aan den Rijn 1939, 237.

S. Couperus, De machinerie van de stad. Stadsbestuur als idee en praktijk, Nederland en Amsterdam 1900-1940, Amsterdam 2009, 24-25 en 72-73.

Bakker Schut 1939 (noot 32), 237 en Uitgave van het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage, Enige grondslagen voor de stedenbouwkundige ontwikkeling van ’s-Gravenhage. Uitgave van het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage, ’s-Gravenhage 1948, 96.

Bakker Schut 1939 (noot 32).

De Vreeze 1993 (noot 1), 231.

Hubregtse 1952 (noot 22), 4.

Uit het gesprek met Sonja van der Gaast- Bakker Schut in 2012.

Uitgave van het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage 1948 (noot 34).

Van Mil 2015 (noot 26); Bakker Schut 1933 (noot 32).

Hubregtse 1952 (noot 22), 4.

Gepubliceerd

2017-12-01

Citeerhulp

van Mil, Y. (2017). Pieter Bakker Schut (1877-1952), manager in stedenbouw. Bulletin KNOB, 116(4), 209–223. https://doi.org/10.7480/knob.116.2017.4.1895

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##