Restoration history of the main church in Breda
DOI:
https://doi.org/10.7480/knob.109.2010.1.146Downloads
Abstract
The main church in Breda is known as one of the most complete late Gothic town churches in the Netherlands. The cruciform basilica with tall west tower and ambulatory is considered an ideal example of a type of church that for various reasons was never completed in many other Dutch towns. The building history shows that in reality this perfect unity of design was realized by changing plans a number of times. In various periods several commissioners wanted to leave their mark on the church. After having changed users several times in the period of the Reformation, in the early 17th century a period of maintenance started without large new construction or alterations. In this respect it is striking that maintenance or restoration was executed by reusing old building material as much as possible and by carefully preserving old forms.
In spite of the outmoded design the building was generally regarded as the pride of the town. Only the fire in the tower in 1694 forced the town administration to have a new wooden steeple built. After in the course of the 18th century it had become more and more difficult to pay for the maintenance, in the early 19th century a period of serious neglect began due to the separation of Church and State and the severe economic decline. This did not come to an end until from 1874 onwards structural financial support was given by the State, province and municipality. In various stages a restoration starts whereby all the parties involved continued to profess the wellknown restoration starting point of ‘preservation has priority over restoration’.
In practice, however, architects like Van Nieukerken and government inspectors like P.J.H. Cuypers regularly proved to consider their own vision on the building more important than the clues contained in the building itself. Important choices for restoring – whether or not disappeared – ornaments, seldom occurred on the basis of building-historical research, although both strongly recommended it. It is striking that the basically less schooled local architect A.J.F. Cuypers was more inclined to respect the existing. When he added or interpreted, this was done in a distinctly individual style, so that later consideration of his work gives a relatively clear impression of what his influence on the building was. This caused him much criticism and eventually his discharge from the commission.
Because of all these fundamental restorations the building was saved from certain ruin, but in the details of the exterior it is largely a sum of various 19th- and 20th-century interpretations.
References
In de oorspronkelijk opzet was dit onderzoek omvangrijker en bedoeld om te worden toegevoegd aan G.W.C. van Wezel, De Onze-Lieve-Vrouwekerk en de grafkapel voor Oranje/Nassau te Breda, Zeist/Zwolle 2003. In samenspraak met de auteur heeft de hoofdredacteur van het Bulletin KNOB een gecomprimeerde vorm doorgevoerd waarbij de toren goeddeels is weggelaten omdat de andere bijdragen in dit themanummer alleen over de kerk gaan.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-89 (1693-94) ,109.
SA Breda, Oud archief stad Breda inv.nr I-1a-1817, Rapport Jacobus Roman 12 juni 1694.
J. Kalf, De monumenten in de voormalige Baronie van Breda. De Monumenten van Geschiedenis en Kunst in de provincie Brabant, Utrecht 1912, 62.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-306A (rekeningen en kwitanties): bestek 23 september 1771.
Kalf 1912, 62.
Stadsarchief Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-14, 42.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-28, over meerdere bladzijden verspreid.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-31, 52, rekening visiteren van het kruisings torentje. BREDA, SA,. III-8-32, 90 houtwerk voor het ‘cleen torentjen’.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-33 (1626), 136. De mededeling is te summier om verdere conclusies te trekken.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-730 (nr 2/380), stukken uit het oud archief gebruikt bij het proces in 1843 tussen de Hervormde kerk en de stad Breda over de onderhoudsplicht van de toren.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-119 (kwitanties kerkrekening Grote Kerk): rekening leverantie wijzers en bijbehorend schilderwerk door Anselmus van der Noot.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-67, 66.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-98 (1702-1703), 43.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-153 (rekening 10-10-1715-1737), 165.
SA Breda, Oud archief stad Breda I-1a-2201, bestek onder houd kerk en kerkhuizen 1702.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-171 (rekeningen kerkvoogdij 1771-1773), 319.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-173 (rekeningen 10-10-1775 tot 10-10-1777), f.177V.
SA Breda, Oude Archief stad Breda I-1a-2203, afschrift request van de kerkmeesters aan de stadhouder 1782.
SA Breda, Oude Archief stad Breda I-1a-2202, bestek reparatie 1784.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-193 (rekeningen kerkvoogdij 1808), 98.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-730, Nr 6: Request van de Commissie der Algemene Belangen der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Breda 1 juli 1817.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-730, nr 58.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-673, bestek reparatie Prinsenkapel 27 sept 1824.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-673 (rekeningen kerkvoogdij, kwitanties en rekeningen), bestek 27 september 1824.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-731, nr 175: brief B&W Breda aan N.H. Kerkvoogdij, 20 mei 1843.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-731, nr 176.
Blijkbaar was de referendaris met al die bedreigde kerken in de provincie ook wel eens de kluts kwijt, hier verwart hij naar het schijnt de kerken in Goes, Dordrecht en Breda.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-8-733: brief kerkvoogdij aan Victor de Stuers van 9 december 1887 (no. 428).
Idem: brief Victor de Stuers aan kerkvoogdij 16 december 1887 (No. 296).
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, Notulen restauratiecommissie 16 november 1901.
A.R.A. II Archief Ministerie van Binnenlandse Zaken, Afdeling Kunsten en Wetenschappen 1875-1918, nr 844: M. Tydeman aan J.A. Royer, referendaris, 1 juli 1902. Een vertrouwelijk ‘amice’-schrijven waarin Tydeman verzucht hoe moeilijk het was de ambtsdragers hiervan te overtuigen.
De verhoudingen tussen protestant en katholiek in Breda lagen tot ver in de twintigste eeuw zeer gevoelig en daarbij was de Grote Kerk meermalen het onderwerp waarbij tegenstellingen aan de oppervlakte kwamen. Uiteraard was er onder Lodewijk Napole on bitter gestreden om de kerk, maar nog in 1937 werd er in de plaatselijke pers een polemiek gevoerd over de vraag of de kerk toch niet beter alsnog in handen van de katholieken kon overgaan (Dagblad van Noordbrabant en Zeeland, 29 januari - 3 februari 1937. en in De Bredasche Courant, 15 januari 1937). De angst bij de Hervormde Gemeente voor een sluipen de katho lieke overname via de restauratiecommissie is goed te verkla ren uit dit meer dan een eeuw durende conflict.
J.M.F. IJsseling, De Grote of Onze Lieve Vrouwekerk te Breda, Amstelveen 1984, 46.
M.J.N. Lucassen, Het architectenbureau J.J., M.A. en J. van Nieukerken 1887 - 1960, 1991. De Grote Kerk was het eerste echte restauratie project van J.J. van Niekerken, andere ‘restauraties’ van kastelen en buiten plaatsen kwamen neer op grondige verbouwingen en renovaties.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, notulen restauratiecommissie 3 september 1904.
J.R. Van Keppel, Eenige wetenswaardigheden betreffende de Groote- Lieve Vrouwekerk te Breda, Breda 1903.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-2: brief van Van Nieukerken aan restauratiecommissie, 27 februari 1904.
Idem, brief P.J.H. Cuypers aan baron Van Keppel, 11 november 1905.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-2: brief van Gedeputeerde staten van Noordbrabant aan de restauratiecommissie, 12 juni 1909.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-2: brief P.J.H. Cuypers aan de restauratiecommissie, 18 october 1913. Hierin zegt Cuypers ook dat de afgelopen twee jaar het meeste werk toch al door J. van Nieu kerken jr. werd gedaan.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1: verslag van studiereis Van Nieukerken aan de restauratiecommissie, 6 oktober 1904.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-2: brief van Van Nieukerken aan restauratiecommissie, 29 februari 1904.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-121, restauratieverslag 1915. Van Nieukerken weet in 1915 in België nog een partij Reffroy of St. Joire uit het strijdgewoel te halen.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-2: brief M.A. van Nieukerken aan restauratie commissie, 1915.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-5: brief J.L.Schut aan de restauratiecommissie, 30 augustus 1915.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1: notulen vergadering.
A.R.A. II Ministerie van Binnenlandse Zaken, afd. Kunsten en Wetenschappen, 844: brief van P.J.H. Cuypers aan de minister van 23 maart 1914.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-4: brief van P.J.H. Cuypers aan Van Nieukerken, 18 maart 1911, documentnr 830. Zie hiervoor ook nr 904 waarin dr. Cuypers het uitgevoerde ontwerp goedkeurt maar corrigeert op een aantal details.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-4: brief van dhr. Smit aan Tydeman, 17 januari 1905.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-5, Van Nieukerken aan Vriend, 26-07-1916, documentnr 1403.: Van alle onderdelen iets bewaren ‘dan staan we sterk’.
A.R.A., II Ministerie van Binnenlandse Zaken, afd Kunsten en Wetenschappen, 844. Rapport van 18 maart 1918.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, notulen vergadering restauratiecommis sie 26 augustus 1918. De subcommissie met de leden J.A.G. v.d. Steur, prof. A. Odé, J. Kalf, Van Rijckevoorsel, Pit en Dup ré.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-4, brief van ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen aan restauratiecommissie, 6 november 1919.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, notulen vergadering restauratiecommis sie 6 december 1918: mr. Pels Rijcken raadt aan snel te hande len aangezien de minister nu aan de kant van de restauratiecommissie staat en ministers over het algemeen een korter ‘leven’ beschoren zijn dan de Rijkscommissie!
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-1, Bespreking 14 mei 1927.
Het begrip ‘archeoloog’ is hier in de negentiende-eeuwse betekenis gebruikt als ‘onderzoeker van oudheden’.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-1, bespreking 12 mei 1932.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-76b-1, notulen vergadering restauratiecommis sie 19 mei 1934 in aanwezigheid van Kalf, Pit, Odé en M.A. en J. van Nieukerken.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, notulen vergadering restauratiecommis sie 4 december 1940.
SA Breda, Archief kerkvoogdij inv.nr III-130-1, notulen vergadering restauratiecommissie 19 novem ber 1930. Hij belooft steun als de kerkvoogdij eerst zelf iets onderneemt, hetgeen gebeurde dankzij een gift van de Koningin.
Published
How to Cite
Issue
Section
Articles
License
Copyright (c) 2010 Bulletin KNOB
This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.