Een werkelijk monumentale gevel: De prijsvraag voor de uitbreiding van het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam (1915-1916)

Auteurs

  • Gert Eijkelboom De Nederlandsche Bank

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.114.2015.2.1003

##submission.downloads##

Samenvatting

In September 1915, De Nederlandsche Bank (DNB) held an invited design competition for a new building beside the bank’s existing headquarters on Oude Turfmarkt in Amsterdam. The Dutch central bank had grown so much since its founding in 1814 that expansion was unavoidable. Five architects – E. Cuypers, A.D.N. van Gendt, F.W.M. Poggenbeek, C.B. Posthumus Meyjes and J.A.G. van der Steur – were invited to submit plans. How the bank arrived at this choice of architects is unknown; in a report to the commissioners, the board stated that they had chosen five architects with a distinguished record in designing bank buildings. The archival drawings constitute a representative sample of the architectural views of these prominent, stylistically conservative architects.

The board’s choice of architects indicated that it was not looking for innovative architecture; more progressive architects like H.P. Berlage, K.P.C. de Bazel and W. Kromhout were deliberately ignored. It is clear from the terms of reference that the DNB board had decided views on the design of the new street elevation that would stand alongside the existing frontage designed by W.A. Froger. The bank asked the architects to bear in mind a possible future doubling of the facade that

would see Froger’s elevation disappear altogether. The bank required a ‘genuinely monumental facade, in harmony with the national style and in particular with the Amsterdam style’. Above all, it should not be a copy of a foreign facade, which would look out of place in the historical city. Given such ideas it is hardly surprising that the five architects came up with fairly conservative designs. Their plans demonstrate that the request for an elevation ‘in the Amsterdam style’ was open to a range of interpretations; nor were the architects equally successful in adjusting their designs to the scale of the surrounding buildings. The designs attest to the dilemma with which the bank had saddled them in asking for a design that could stand on its own but that would also prove satisfactory in the event of further expansion.

We do not know which design the board preferred, but as it turned out there was no new building because the city council wanted to purchase the site on Oude Turfmarkt from the DNB for an extension of the Binnengasthuis hospital. It was not until 1967 that the DNB moved into a new headquarters building on Frederiksplein designed by M.F. Duintjer.

Biografie auteur

Gert Eijkelboom, De Nederlandsche Bank

Drs. G. Eijkelboom studeerde bedrijfseconomie en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 2010 behaalde hij een master kunstgeschiedenis met een scriptie over de restauratiegeschiedenis van het Vater/Müller-orgel in de Oude Kerk in Amsterdam. Hij is werkzaam bij De Nederlandsche Bank als ICT enterprise architect. Momenteel werkt hij een proefschrift over het Amsterdamse architectenbureau Van Gendt.

Referenties

N. van den Berg, Nota over het gebouw van de hoofdbank, De Nederlandsche Bank, [Amsterdam] 1911.

De tekeningen worden bewaard in het audiovisueel archief van DNB. De maquettes heeft DNB geschonken aan Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. De overige (plattegrond)tekeningen en toelichtingen daarop zijn door een misverstand ver­nietigd tijdens een verhuizing van het archief van DNB in de jaren vijftig. De ‘tegenarchieven’ van de deelnemende architecten bevatten helaas geen spoor van deze opdracht, waarschijnlijk omdat ze alle stukken moesten afstaan aan DNB. Correspondentie met de architecten bleef wel (voor een deel) bewaard in het archief van de Secretarie van DNB, nu in het Nationaal Archief (NL-NA, 2.25.68 Secretariearchief DNB).

Van de vriendschap getuigt Vissering zelf in zijn ‘levensbericht van Eduard Cuypers’ in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, 1928, 1: ‘Jaren lange onverstoorde vriendschap en groote waardeering, vooral ook voor de praktische beteekenis van zijn werk (`)’.

B. Gerlach, Eduard Cuypers, architect, niet-gepubliceerde doctoraalscriptie, Universiteit van Amsterdam 1979, 106.

J.-J. Mobron, Banken in de binnenstad: van bankpaleis tot bankkolos, niet-gepubliceerde doctoraalscriptie, Universiteit van Amsterdam 2003, 38.

‘F.W.M. Poggenbeek’, Bouwkundig Weekblad 43 (1922) 10, 91.

Het Nieuwe Instituut (voorheen NAi), inleiding op archiefindex Posthumus Meyjes (POSX), 1.

www.bonas.nl/archiwijzer/archiwijzer.htm en zoeken.nai.nl/CIS/project/24616 (geraadpleegd maart 2014).

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 7113 en 15431. Het schijnt dat Van der Steur en DNB-president Vissering elkaar kenden uit Visserings studietijd in Leiden. Concrete aanknopingspunten daarvoor heb ik niet gevonden.

G. Vissering, Nota over het bouwen van een nieuw bankgebouw voor De Nederlandsche Bank aan het Rokin, juli 1915, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16073.

Brief van DNB aan de architecten van 11 januari 1916, NL-NA, 2.25.68, Secre­tariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Brief van Ed. Cuypers aan Vissering van 10 januari 1915, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Zie: H.J.F. de Roy van Zuydewijn, Amsterdamse bouwkunst 1815-1940, Amsterdam [1969], 101-150, voor een handzaam overzicht van vernieuwende en traditionalistische architecten uit de tijd van de prijsvraag.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16073.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16079 en 16103. In een brief aan president Vissering noemde de president van de Bijbank van DNB in Rotterdam Salm ‘een knap man, maar met druk en erg gewichtig gedoe’.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

G. Eijkelboom en G. Vermeer, Sobere waardigheid. 200 jaar huisvesting van De Nederlandsche Bank, Amsterdam 2014, 39.

‘Permanente Prijsvraag-commissie, jaarverslag over 1915’, Bouwkundig Weekblad 36 (1915) 35, 266-267.

Brief van 25 oktober 1915, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Brief van de M.B.V.A. aan de DNB-directie van 4 november 1915, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Brief van 4 november 1915, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

J. Schilt en J. van der Werf, Genootschap Architectura et Amicitia 1855-1990, Rotterdam 1992, 94.

Zie inleiding op het archief Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst in HNI, zoeken.nai.nl/CIS/archief/276.

Brief van 10 november, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Candidus, ‘Prijsvraag’, Architectura 23 (1915) 51 (18 december), 334.

Dat waren de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst te Amsterdam, het Genootschap Architectura et Amicitia te Amsterdam, de Vereeniging Bouwkunst en Vriendschap te Rotterdam en de Bond van Nederlandsche Architecten te Amsterdam.

‘Permanente Prijsvraag-commissie, jaarverslag over 1915’, Bouwkundig Weekblad 36 (1915) 35 (25 december), 266- 267.

‘Verplaatsing der Nederlandsche Bank.’ Algemeen Handelsblad, 7 december 1919; W. Schoonenberg, Amsterdammers, past op uw stadsschoon! Een onderzoek naar een niet gerealiseerd onteigeningsplan Spui-Singel-Herengracht, niet-gepubli­ceerde masterscriptie Universiteit van Amsterdam 2012, 16-17 en 33.

Eijkelboom en Vermeer 2014 (noot 18), 60.

Brief van 30 januari 1920, NL-NA, 2.25.68, Secretariearchief DNB, inv.nr. 16076.

Gepubliceerd

2015-06-01

Citeerhulp

Eijkelboom, G. (2015). Een werkelijk monumentale gevel: De prijsvraag voor de uitbreiding van het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam (1915-1916). Bulletin KNOB, 114(2), 102–119. https://doi.org/10.7480/knob.114.2015.2.1003

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##