Hemelse sferen: het stucplafond in de refter van de Roermondse Kartuis

Auteurs

  • Dirk Jan de Vries Cultural Heritage Agency of the Netherlands

DOI:

https://doi.org/10.7480/knob.108.2009.4.162

##submission.downloads##

Samenvatting

The Carthusian monastery in Roermond, founded in 1376 and closed in 1783, is the best preserved Carthusian monastery in the Netherlands, in spite of two fires, looting, closure and partial demolition that took their toll. This article concentrates on decorations in the stucco work applied in the 18th century, at a time when this part of the Netherlands was under Austrian sovereign rule. The stucco ceiling in the refectory dates from 1748 and is divided into four richly decorated sections by (older) secondary beams. Central are the initials MAR, IHS, IOHS, referring to Mary, Jesus and John the Baptist. This combination dates back to an older tradition under the influence of Bernardino of Siena, but there are also more recent examples of it, applied indoors by Roman Catholics.

On the ceiling in the refectory of the Roermond Carthusian monastery there is an abundance of Christian symbolism in the form of stylized animals and plants. Centrally above the eastern entrance there is a dove (the Holy Spirit) with halo in the first section, provided with the Maria monogram, followed by the section with IHS, the Christ monogram. In the third section John the Baptist follows in monogram and with his as well as his ‘opponent’ Salomé’s face. In the fourth section the year 1748 was applied in leaf figures and above the western door there is a pelican feeding its young with the blood from its own breast. This is a reference to Christ’s sacrifice of the cross. The monastic church has stucco vaults dating from 1759. After the closure of the Roermond monastery, the main altar made by F.X. Bader in 1769 was moved to the abbey of Thorn, also situated in the Netherlands province of Limburg. The tabernacle of the main altar is crowned by a pelican, making a connection between the body of Christ and his death on the cross, the Last Supper, and the celebration of the Eucharist, as also depicted symbolically in the fourth section of the ceiling in the refectory.

Biografie auteur

Dirk Jan de Vries, Cultural Heritage Agency of the Netherlands

Prof.dr. Dirk Jan de Vries studeerde bouwkunde en architectuurgeschiedenis en promoveerde in 1994 op Bouwen in de late middeleeuwen. Hij is als bouwhistoricus werkzaam bij de afdeling Gebouwd Erfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Amersfoort. In 2005 initieerde hij een onderzoek naar de bouwgeschiedenis van de Roermondse Kartuis dat in 2009 wordt afgerond door drs. Birgit Dukers. Behalve de rijksdienst participeren hierin ook de Gemeente Roermond en het Bisdom Roermond.

Referenties

In 2007 heeft de auteur drie houtmonsters geboord die door RING, Nederlands Centrum voor Dendrochronologie te Amersfoort zijn gedateerd, waarvan een (makelaar ///) in de herfst/winter van 1554 dus waarschijnlijk vrij snel na de brand toegepast. Twee andere monsters (zolderdragende moerbalk en nokgording) hebben geen wankant maar bevestigen de voornoemde uitkomst met een marge, resp. in 1545 + ca. 9 en 1550 + ca. 4.

Tussen kerk en refter is de kapittelzaal gelegen waarvan de kap in 1665 ook in vlammen opging maar het in 1556 aangebrachte stenen gewelf stand hield gezien het wapen met jaartal 1556 op één van de gewelfribben. Boven het gewelf hebben we roze verkleurde mergel aangetroffen hetgeen er op wijst dat delen van de kap daar tijdens de tweede brand voor een sterke hitte hebben gezorgd. Op het schilderij van Janssens uit 1671 zijn alle daken van het klooster rood gekleurd, c.q. als zijnde verband weergegeven maar we weten nu dat de kap van de refter gespaard bleef.

Vriendelijke mededeling van drs. Birgit Dukers die zich in de bouwhistorie van het complex heeft verdiept.

E. Koldewey e.a. (eds.), Stuc, Zwolle 2010.

B. Dukers, ‘De bouwgeschiedenis van de Roermondse Kartuis’, in: K. Pansters (ed.), Het geheim van de stilte. De Besloten Wereld van de Roermondse Kartuis, Zwolle 2009, 102-121.

Meer uitgebreid en geannoteerd in: D.J. de Vries, ‘Boetepredikers en de IHS-rage op gebouwen’, Bulletin KNOB 103(2004), 91-105.

Gedocumenteerd voorafgaande aan de verbouwing in 1990 door B.J.M. Klück, ‘Het verborgen geheugen van een schuilkerk: Voorstraat 97-99 te Vianen’, Jaarboek Monumentenzorg 1996, 220-224.

Zie ook: D.J. de Vries, Bouwen in de late middeleeuwen. Stedelijke architectuur in het voormalige Over- en Nedersticht, Utrecht 1994, 134-137 (proefschrift).

Th. Van Mierlo, ‘Een Laatste Oordeel aan de Oudestraat? De gevel van het Gotisch Huis te Kampen’, Kamper Almenak 2008, 102-142.

J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie, Haarlem 1978, nr. 97 en 570.

Timmers 1978, nr. 247.

Het Nieuwe Testament ofte alle Boeken des Nieuwe Verbonds onzes Heeren Jesu Christi door Last van de H.M. Heeren der Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens het besluit van de Synode Nationaal gehouden in de Jaren 1618 en 1619 tot Dordrecht, Amsterdam/Haarlem 1823, Brieven van Paulus aan de Hebreeën, Cap. 9, 5.

Timmers 1978, nr. 515.

G. Ferguson, Signs& Symbols in Christian Art, London/Oxford/New York 1979, 39.

Het nieuwe Testament 1823, Brieven van Paulus aan de Hebreeën, Cap. 9, Vers12,14,27.

Dit jaartal wordt genoemd maar niet het aanknopingspunt daarvoor.

R. Stenvert e.a., Monumenten in Nederland. Limburg, Zeist/Zwolle 2003, 302-303.

J. van Cauteren, De Abdijkerk te Thorn, Zutphen 1987, 37-38.

Ibidem, 38.

Oud Archief Roermond, OAR Inv.nr. 1018, reg.nr. 1252 d.d. 16 juni 1749.

Waarneming van bouwhistoricus Birgit Dukers toen delen van de gemetselde gewelven zichtbaar waren waarbij de kern van ribben van hout bleek te zijn, waarschijnlijk als toevoeging in de 18de eeuw aangebracht.

Gepubliceerd

2009-08-01

Citeerhulp

de Vries, D. J. (2009). Hemelse sferen: het stucplafond in de refter van de Roermondse Kartuis. Bulletin KNOB, 108(4), 149–160. https://doi.org/10.7480/knob.108.2009.4.162

Nummer

Sectie

Artikelen

##plugins.generic.plaudit.displayName##