Inleiding bij het themanummer (D.J. de Vries). C.A.M. van Rooijen: De datering van de Heilig-Kruiskapel te Utrecht. E.H.P. Cordfunke: De tombe van graaf Floris V te Alkmaar. Dirk J. de Vries: Vergelijkend natuurwetenschappelijk dateringsonderzoek. U. Sass-Klaassen: Drendrochronologisch onderzoek aan naaldhout uit Nederlandse monumenten.

F.A.C. Haans: De hervormde kerk te Britsum. Een verzwegen kerk onderzocht en gewaardeerd. E.S. Klinkenberg: De middeleeuwse schilderingen in de N.H. Kerk te Britsum. H.H.J. Kurvers: Technische aspecten van de schilderingen. F.J. van der Waard: Het interieur van de N.H. Kerk te Britsum.

Inleiding (Koen Ottenheym). Krista De Jonge: 't Hof van Brabant' als symbool van de Spaanse hofhouding in de Lage Landen. Annemie De Vos: Hof van Den Haag en hof van Brussel (1590-1630). Structurele organisatie van de bouwprojecten tijdens de regering van prins Maurits en van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Pieter Martens en Joris Snaet: De Mariale bedevaartskerk van Scherpenheuvel. Een onderzoek naar dynastieke relaties en de verspreiding van ontwerpen en denkbeelden over architectuur. Tine L. Meganck: Abraham Ortelius, Hubertus Golzius en Guido Laurinus en de studie van de Arx Britannica. Piet Lombaerde: Continuïteit, vernieuwingen en verschillen. Het concept van de stad in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden rond 1600.

Joop van Schalk: De bouwhistorie van het Huis te Linschoten. Badeloch Noldus: De introductie van het Hollands classicisme in Zweden, aan de hand van twee woonhuizen van de familie De Geer. Carla S. Oldenburger-Ebbers: Het 'Heerehuys van Buyten Zorgh'.

L.I. Vakar: Restauratie perronkappen 's-Hertogenbosch. Vroege staalconstructie behouden. Maura Huig: Voormalige zeepfabriek De Adelaar in Wormerveer gered. Kasper van Ommen: 'Als de phoenix uit de assche herrezen'. De prijsvraag en de herbouwplannen voor het raadhuis van Leiden, 1929-1933.

Joris Snaet: De eerste protestantse tempels in de Nederlanden. Een onderzoek naar vorm en perceptie. Paula C. van der Heiden: De Doopsgezinde kerk in Haarlem. Joost van Hest: De kapel van het voormalige St.-Elisabeths Gasthuis te Arnhem.

F. van der Ploeg: Toespraak van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond op 15 oktober 1998 te Leiden. A.J.J. Mekking: Capita selecta uit een cultuurgeschiedenis van de monumentenzorg. De geschiedenis van de appreciatie van het architectonische of stedebouwkundige 'Monument' en de maatschappelijke consequenties daarvan. R.J. Hoekstra: Cultuur en legitimatie van het overheidsbeleid. C.W. Fock: De rol van wetenschap en onderwijs. Historische interieurs in Nederland. B. Needham: Een volk dat leeft bouwt voort op zijn verleden. Ruimtelijke ordening met historisch besef. W.A. van Es: Archeologie alstublieft. C.L. Temminck Groll: De eerste maand van de nieuwe eeuw. Feestrede in de Aula van de Universiteit van Amsterdam op 28 januari 1999.

Aart J.J. Mekking: Traditie als maatstaf voor vernieuwing in de kerkelijke architectuur van de middeleeuwen. De rol van oud en nieuw in het proces van bevestiging en doorbreking van maatschappelijke structuren. H. van Hoogdalem: Een huis om te bewaren. De ontstaansgeschiedenis 1840-1848 van het strafcellengebouw gelegen ten noorden van het Pesthuis in Leiden, in de volksmond: de Vrouwengevangenis. Wim Denslagen: Smaak en objectiviteit.

G.W. van Herwaarden: 100 jaar Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond; een beknopte beschrijving. Feyoena Grovestins: Cultureel erfgoed in beeld, 100 jaar KNOB. Een toelichting op de jubileumtentoonstelling.

G.J. Borger: Tien jaar Monumentenwet 1988. Cees Waal: Bestuurlijke observaties bij tien jaar Monumentenwet 1988. E.J. Nusselder: Rijksgebouwendienst en monumenten. Monumentenbeheer en -restauratie bij de Rijksgebouwendienst. R. Apell: De Monumentenwet 1988 in de gemeentelijke praktijk. H.L. de Groot: Het verleden van onze steden: mogelijkheden tot beheer en behoud. Stedelijke archeologie. W.M.N. Eggenkamp: In het belang van het monument? Ontwikkelingen in de restauratiepraktijk in de afgelopen tien jaar. C.O. Bouwstra: Praktijkervaringen met de Monumentenwet. J. Kamphuis en K. Emmens: Het archief in hout en steen. Bouwhistorisch onderzoek in de praktijk. Lydia Lansink: Villa Omval in Amsterdam. Reconstructie van een drama.

J.A.K.E. de Waele: Vitruvius Neerlandice. Een nieuwe vertaling van het Romeinse 'handboek bouwkunde'. Steven Surdèl: Vitruvius in de middeleeuwen: een verkenning. Koen A. Ottenheym: De Vitruvius-uitgave van Johannes De Laet (1649).

E.H.P. Cordfunke, K. van der Borg en G.J.R. Maat: De skeletten uit het grafmonument te Rijnsburg: een hernieuwd onderzoek. Elizabeth den Hartog: Bouwen voor prestige, ziel of vrede. De oudste stenen kerken in Holland en hun opdrachtgevers.

Kasper van Ommen: 'European comes here for ideas'. De Amerikaanse reis van Jan de Bic Leuveling Tjeenk in 1912. Marie-Thérèse van Thoor: Amsterdamse School in Parijs. Het Nederlandse paviljoen op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes (1925). Dirk J. de Vries: Monumenten dendrochronologisch gedateerd (7). Huizen.

Andrew Hopkins en Arnold Witte: Van luxe architectuurtraktaat tot praktische handleiding: de Nederlandse uitgaven van Scamozzi's L'Idea della Architettura Universale. Charles van den Heuvel: Willem Goeree (1635-1711) en de ontwikkeling van een algemene architectuurtheorie in de Nederlanden. Thomas H. von der Dunk: Het stadhuis van Zaandam en het Rechthuis van Westzaan.

Wim F. Denslagen: Architectura renovata. Een inleiding op het themanummer over het Valkhof te Nijmegen. Wies van Leeuwen en Willem-Jan Pantus: Het Nijmeegse Valkhof als monument in het spanningsveld tussen vernieuwing en conservering. Aart J.J. Mekking: Palas, Troonabsis en 'Camara Santa'. De zogenaamde Sint-Maartenskapel op het Valkhof te Nijmegen.

Gabri van Tussenbroek: De oostpartij van de tiende-eeuwse Sint-Lambertuskathedraal van Luik als navolging van de Dom van Keulen. Thomas H. von der Dunk: De architectuurtekeningen van de kinderen van het Utrechtse Burgerweeshuis. Thomas H. von der Dunk: De Kerk en het Rechthuis van Westzaan. Johan Samuel Creutz buiten de poorten. De bijdrage van het Amsterdamse bouwvak tot de architectonische modernisering van een Noordhollands dorp.

K.A. Ottenheym: De correspondentie tussen Rubens en Huygens over architectuur (1635-'40). M.S. Verweij: Sassenheim en Arnhem: twee benzinestations naar ontwerp van ir. S. van Ravesteyn (1889-1983).

Reinout Rutte: Middeleeuwse nieuwe steden in Nederland. Aanzet tot een onderzoek naur oorsprong, verspreiding en betekenis. Jola Meijer: De buitenplaats Petersburg, een ontwerp van Simon Schijnvoel. Christian Betram: 'Aus den Kupffern aber / so man davon hat / ersehe ich / dass ich nichts sonderliches daran zu sehen versäumet habe...': Zur Funktion des Kupferstiches für die Rezeption niederlandischer Gartenkunst um 1700.

Pieter Vlaardingerbroek: Adriaen Dortsman en Jan Six. Architectuur en interieurs van Dortsman aan de hand van Herengracht 619 Amsterdam. F.F. Ambagtsheer en L.B. Wevers: De VOC Loge van Wingurla: 'een prachtig gebouw, het schoonste dat in India te vinden is'.

Thomas H. von der Dunk: De toren als theoretisch probleem in de classicistische bouwkunst. Een verkenning in de hoogte. Dirk J. de Vries: Monumenten dendrochronologisch gedateerd (6). Torens en kerken.

De KNOB, Cuypers en kasteel De Haar. Inleiding op het themanummer (Koen Ottenheym). Mariël Kok: Het herstel van kasteel De Haar te Haarzuilens. Een middeleeuwse binnenplaats overdekt. Karel Loeff: Haarzuilens. Dorp uit de schaduw van het kasteel. Heimerick Tromp: Cuypers, Copijn en het park van kasteel De Haar. Wies van Leeuwen: De 'neoromaanse' restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht. Aart Oxenaar: P.J.H. Cuypers en de mythe van een progressieve architectuurgeschiedenis.

Lex Bosman: De oratie van M.D. Ozinga (1948), het ontstaan van de gotiek en het probleem van stijlperioden. Edwin Paar: De 'Nederlandse school' der fortificatieleer en de theoretische en praktische invloeden op de Portugese militaire architectuur in de zeventiende eeuw. Bernadette C.M. van Hellenberg Hubar en Wies van Leeuwen: Luctor et Emergo. Een voorzet voor het post-MIP aan de hand van twee bedreigde hoogtepunten uit het oeuvre van rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff.

Jeroen Goudeau: Nicolaus Goldmann (1611-1665) en de praktijk van de studeerkamer. F.W. van Voorden: Onbewoonde en bewoonde huizen. Functieveranderingen in de Nijmeegse binnenstad tussen 1860 en 1910.

Toelichting op het thema bouwhistorie (D.J. de Vries). Jean M.H. Penders: Een bouwhistorische inventarisatie in Harderwijk. Bart J.M Klück: De Sterrenwacht Zonnenburg te Utrecht: een bouwhistorische verkenning. Jan Kamphuis: Een bouwhistorische opname van Visstraat 12, Breda. Ronald A.H.M. Glaudemans en Jan A. van der Hoeve: De Berckepoort in Dordrecht. De praktische toepassing van bouwhistorisch onderzoek (ontleding) in het ontwerpproces.

Karel Emmens: Het Doxaal in de Sint-Joriskerk te Amersfoort. Thomas H. von der Dunk: Vier ingenieurs als stadsbouwmeester.

J.B.A. Terlingen en G.M.J. Engelbregt: Herbouwd verleden. C.L. Temminck Groll: Maquette en Computersimulatie. A. van Drunen: Bouwblokinventarisaties ter bescherming van het stedebouwkundig monument. Een analyse van de historische structuur van 's-Hertogenbosch.

Menno Tillema, André Viersen: De Thooren te Maasniel. Charles van den Heuvel: De Architectura (1599) van Charles De Beste. Het vitruvianisme in de Nederlanden in de zestiende eeuw.

Elizabeth den Hartog: Provincie-gotiek of vroeg-gotiek? Een herwaardering van het Bergportaal van de St.-Servaaskerk te Maastricht naar aanleiding van de restauratie van 1992. Bianca van den Berg: De vijftiende-eeuwse Sint-Janskerk te Gouda en het grafboek van 1438-1489.

De oudste kerken van Utrecht, een inleiding van de redactie hij het themanummer over het Domplein. H.L. de Groot: De Heilige Kruiskapel te Utrecht. Die Tatsachen bleiben, die Interpretation schwänkt. Raphaël Rijntjes: De ecclesiola in het Utrechtse castellum. Bouwhistorische interpretatie van de resten van de Heilig-Kruiskapel. Charlotte J.C. Broer en Martin W.J. de Bruijn: De Heilig-Kruiskapel in Utrecht: Sint-Maarten of Sint-Salvator? R.J. Stöver: De afmetingen van de Salvator- of Oudmunsterkerk in de afbeeldingen van de Monumenta van Van Buchel en in de collectie Booth: Toetsing en interpretatie aan de hand van opgravingsresultaten. Eelco van Welie: Omnes canonici. Een verkenning van de Utrechtse stadsliturgie.

Chris Kolman en Ronald Stenvert: Nieuwe vormen en traditionele bouw: het Vleeshuis te Kampen in het midden van de 16de eeuw. R. Meischke: Het Amsterdamse fabrieksambt van 1595-1625.

H. Sarfatij: Het huis Scharlaken te Dordrecht: de oudste Lakenhal van de stad, vervolgens woonhuis en Waag (13de-16de eeuw). Archeologie en geschiedenis van een opmerkelijk huis. Karl Kiem: Die Waage von Deventer (1528) als Handelshalle. Reactie van N. Herweijer. K.A. Ottenheym en F.H. Schmidt: 'un dessein qui plait a la vue'. De controverse tussen Anthonie Coulon en Daniel Marot bij de verbouwing van Huis Ten Bosch.

Charles van den Heuvel: Stevins 'Huysbou' en het onvoltooide Nederlandse architectuurtractaat. De praktijk van het bouwen als wetenschap. Petra J.E.M. van Dam: Geschiedenis, archeologie en waterbouwkunde: theoretische samenwerkingsmodellen voor interdisciplinair onderzoek met als vertrekpunt de laatmiddeleeuwse uitwateringssluizen van Spaarndam.

T.H. von der Dunk: De Amsterdamse stadhuisplannen uit de jaren voor 1648. B.A.M. Rijsbergen: Giudici's 'ontwerp tot vergrooting der stadt Assen'.

Ester Vink: Bosch bouwhout onderweg. Een historisch onderzoek naar de herkomst van Bosch bouwhout in de vijftiende en zestiende eeuw. Victor M. Schmidt: Een verdwenen priestergestoelte uit de Sint-Janskathedraal te 's-Hertogenbosch. R.F. van Dijk en H J. van Nieuwenhoven: De klokken van Giessen-Oudekerk en Oosterwijk.

Klazien Brummel: 'Natuur, met kunst vereent'. Historisch onderzoek naar de vroeg 18e-eeuwse situatie van de terrastuin van kasteel Neercanne.

A. van Drunen: Bossche gebouwen dendrochronologisch gedateerd. Dirk J. de Vries: Monumenten dendrochronologisch gedateerd (5).